Parametergroep interne hydraulica
730F Vermogen compressor bij min....
Voor min. en max. buitentemperatuur kan deze vermo-
genswaarde gescheiden opgegeven worden. Vermo-
genswaarden voor temperaturen daartussen ontstaan
door lineaire interpolatie.
7310 Vermogen compressor bij max. buitentemperatuur
Bij warmtepompen met prestatiegeregelde compresso-
ren: Opgavewaarde voor het compressorvermogen.
Om ervoor te zorgen dat het regelgedrag van de ver-
mogensregeling verbetert, wordt de compressor in de
startfase op een constante vermogenswaarde gere-
geld.
Voor min. en max. buitentemperatuur kan deze vermo-
genswaarde gescheiden opgegeven worden. Vermo-
genswaarden voor temperaturen daartussen ontstaan
door lineaire interpolatie.
7319 Toerent. CV-circ.pompen
In de gefaseerde werking worden volgende circulatie-
pompen cyclisch in- en uitgeschakeld. Hierdoor redu-
ceert in vergelijking met de permanente werking het
energieverbruik.
Alle CV-pompen bij verwarmingsinstallaties met buf-
■
fer
■
Secundaire pomp bij verwarmingsinstallaties zonder
buffer
De fasering is alleen actief als de buitentemperatuur
10 °C overschreden heeft.
–
A
B
A
t
C
D
Afb. 58
Circulatiepomp AAN
A
B
Circulatiepomp UIT
Inschakelduur voor 1 cyclus
C
Cyclustijd
D
7340 Gebruikswijze secundaire pomp
Aansturing van de secundaire pomp en soort toeren-
talregeling
236
(vervolg)
Opmerking
"Vermogen compressor bij min. buitentemperatuur
730F" hoger instellen dan "Vermogen compressor
bij max. buitentemperatuur 7310".
Instelwaarde in %
Opmerking
"Vermogen compressor bij min. buitentemperatuur
730F" hoger instellen dan "Vermogen compressor
bij max. buitentemperatuur 7310".
Instelwaarde in %
!
Met de ingestelde waarde wordt het aantal cycli in
24 uur bij 10 °C weergegeven. Bij dalende buitentem-
peratuur verhoogt de warmtepompregeling het puls-
aantal afhankelijk van de buitentemperatuur lineair.
Onder
–
Opmerking
Bij instelwaarde "0" is de gefaseerde werking uitge-
schakeld.
Instelwaarde in %
!
!
10 °C loopt de circulatiepomp permanent.