730D Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/WW
Als in het secundaire circuit één pomp en één 3-weg-
omschakelklep worden geplaatst voor de omschake-
ling tussen tapwateropwarming en kamerverwarming,
moet de parameter "Vrijgave 3-weg-omschakelklep
verwarmen/WW 730D" op "1" staan.
Bij het gebruik van 2 pompen (secundaire pomp en cir-
culatiepomp voor boilerverwarming) deze parameter
op "0" zetten.
730E Inschakeldrempel
Inschakeldrempel voor verwarmingswater-door-
stroomtoestel en volgwarmtepomp
Om het direct inschakelen van de extra warmtebron bij
kortstondig onderschrijden van de gewenste tempera-
tuur te vermijden, gebruikt de warmtepompregeling als
inschakelcriterium de vermogensintegraal. Deze inte-
graal wordt uit de duur en hoogte van de afwijking van
de werkelijke aanvoertemperatuur t.o.v. de gewenste
aanvoertemperatuur gevormd. De vermogensintegraal
is het grijze vlak tussen het verloop van de werkelijke
aanvoertemperatuur en de lijn van de gewenste aan-
voertemperatuur. Daarom is de eenheid van de vermo-
gensintegraal K
min.
·
C
Afb. 57
Gewenste aanvoertemperatuur
A
Werkelijke aanvoertemperatuur
B
Vermogensintegraal
C
Opmerking
Het regelingsinterne lastmanagement beslist volgens
economische en ecologische inzichten of het verwar-
mingswater-doorstroomtoestel of een volgwarmte-
pomp ingeschakeld wordt.
730F Vermogen compressor bij min. buitentemperatuur
Bij warmtepompen met prestatiegeregelde compresso-
ren: Opgavewaarde voor het compressorvermogen.
!
A
B
t
Parametergroep interne hydraulica
!
Waar-
Betekenis
de
"0"
3-weg-omschakelklep is niet voorhanden.
■
Tapwateropwarming vindt hydraulisch ge-
■
scheiden plaats van de kamerverwarming
via de circulatiepomp voor de boilerverwar-
ming (aan verwarmingswaterzijde).
Secundaire pomp is bij tapwateropwarming
■
uitgeschakeld.
"1"
3-weg-omschakelklep is voorhanden
■
Secundaire pomp is bij tapwateropwarming
■
ingeschakeld.
Sterkte van de vermogensaanpassing van module-
rende warmtepompen
Modulerende warmtepompen worden bij grote afwijkin-
gen van de gewenste aanvoertemperatuur in het
secundaire circuit op een compressorvermogen van
100 % geregeld, bijv. Vitocal 300-A. Pas als deze afwij-
king geringer is, wordt het compressorvermogen ver-
minderd.
De ingestelde waarde geeft de sterkte van de vermin-
dering aan. Een grote waarde zorgt voor een sterke
vermindering.
Inschakeldrempel voor "active cooling" in de
weersafhankelijke koelwerking
Voor "active cooling" moet in de weersafhankelijke
koelwerking de gewenste aanvoertemperatuur over-
schreden zijn. Tegelijk moet het integraal uit werkelijke
aanvoertemperatuur t.o.v. gewenste waarde de inge-
stelde waarde overschrijden. Uit deze integraal wordt
ook het hiervoor vereiste compressorvermogen bere-
kend.
Instelwaarde in K
min
·
!
Om ervoor te zorgen dat het regelgedrag van de ver-
mogensregeling verbetert, wordt de compressor in de
startfase op een constante vermogenswaarde gere-
geld.
235