Overzicht van de meldingen
E6 Storing aan LON-deeln.
Geen communicatie via LON met de deelnemer, bijv.
volgwarmtepomp van een warmtepompcascade
Oorzaak
Storing aan de LON-deelnemer
EE KM-bus deelnemer
Oorzaak
Communicatie met een KM-BUS-deelnemer niet moge-
lijk.
EF Modbus deelnemer
Oorzaak
Communicatie met een Modbus-deelnemer niet moge-
lijk.
F2 Parameter 5030/5130
Energiebalans wordt niet correct berekend.
Oorzaak
Vermogen van de compressor niet ingesteld.
FF Herstart
Informatie-indicatie, geen functiebeperking: toont dat
de warmtepomp opnieuw werd gestart.
Oorzaak
Herstart van de warmtepompregeling
■
Bij onverwacht voorkomen: korte onderbrekingen van
■
de spanningsvoeding, bijv. slecht contact
Geen weergave op het display van de bedieningseenheid
1. Netschakelaar van de installatie inschakelen.
2. Toestelzekering van de warmtepompregeling con-
troleren, evt. vervangen.
3. Controleren of netspanning op de warmtepompre-
geling aanwezig is, evt. netspanning inschakelen.
(vervolg)
Maatregel
Meldingsgeheugen van gestoorde LON-deelnemer uit-
lezen. Storing aan de LON-deelnemer verhelpen.
Maatregel
Deelnemerlijst KM-BUS controleren ("Servicefunc-
ties"
Maatregel
Deelnemerlijst Modbus1 en Modbus 2 controleren
("Servicefuncties"
nemer Modbus2").
Maatregel
Parameter "Vermogen compressortrap 5030/5130"
overeenkomstig instellen.
Maatregel
Na herstart: Geen maatregel nodig
Bij onverwacht voorkomen:
Spanningsvoeding van de warmtepompregeling con-
■
troleren.
Platte kabel in de warmtepompregeling controleren.
■
4. Steek- en schroefverbindingen controleren.
5. Evt. bedieningsgedeelte vervangen.
6. Evt. regelaar- en sensorprintplaat vervangen.
"Deelnemer KM-bus").
"Deelnemer Modbus1"/"Deel-
Montage- en servicehandleiding van de betref-
fende warmtepomp.
Storingen oplossen
105