Storingen oplossen
Overzicht van de meldingen
18 Buitentemp.sensor
Voor de berekening van de gewenste aanvoertempe-
ratuur wordt een buitentemperatuur van
gebruikt.
Oorzaak
Onderbreking buitentemperatuursensor
20 Aanvoersens. secundair
Werking met temperatuur van de retourtemperatuur-
■
sensor secundair circuit plus 5 K.
■
Wanneer de aanvoertemperatuursensoren en de
retourtemperatuursensor secundair circuit gelijktijdig
defect zijn, verschijnt de melding "A9 Warmte-
pomp" en de warmtepomp schakelt uit.
Oorzaak
Kortsluiting aanvoertemperatuursensor secundair cir-
cuit
21 Retoursens. secundair
■
Werking op temperatuur van de aanvoertempera-
tuursensor secundair circuit min 5 K.
Als de aanvoer- en de retourtemperatuursensor
■
secundair circuit tegelijk defect zijn, schakelt de
warmtepomp uit. Na 24 h verschijnt de melding "A9
Warmtepomp".
Oorzaak
Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair circuit
24 Zuiggas revers. Temp.
■
Verwarming:
Warmtepomp blijft in werking.
■
Koelwerking:
Compressor schakelt uit.
Oorzaak
Kortsluiting zuiggastemperatuursensor reversibel
25 Temp.sens. vloeib. gas
Compressor schakelt uit.
82
(vervolg)
40 °C
–
Maatregel
Weerstandswaarde (NTC 10 k
troleren: Zie "Regelaar- en sensorprintplaat".
Maatregel
Weerstandswaarde (Pt500A) aan stekker F8 of aan
klemmen X25.9/X25.10 controleren: Zie "Regelaar- en
sensorprintplaat".
Maatregel
Weerstandswaarde (Pt500A) aan klemmen X25.11/
X25.12 controleren: Zie "Regelaar- en sensorprint-
plaat".
Maatregel
Weerstandswaarde (Pt500A) aan klemmen X25.15/
X25.16 controleren: Zie "Regelaar- en sensorprint-
plaat".
) aan stekker F0 con-
Ω