Verwarmingscircuits/koelcircuits
Werkingsstatus voor kamerverwarming/kamerkoeling
Werkingsstatus
Beschrijving
"Normaal"
De gewenste kamertemperatuur voor kamerverwarming/kamerkoeling is "Kamertempe-
ratuur normaal 2000".
"Gereduceerd"
De gewenste kamertemperatuur voor kamerverwarming/kamerkoeling is "Kamertempe-
ratuur gereduceerd 2001".
Opmerking
Kamerkoeling is bij deze werkingsstatus niet mogelijk.
"Constante"
■
■
■
"Stand-by"
Deze werkingsstatus is actief als er geen andere werkingsstatus is ingesteld.
Vorstbescherming is actief: zie volgende hoofdstuk.
Opmerking
Kamerkoeling is bij deze werkingsstatus niet mogelijk.
Vorstbescherming
De vorstbeschermingsfunctie voor een verwarmings-/
koelcircuit is alleen actief, als de kamerverwarming
door het werkingsprogramma "Alleen warm water"
of "Uitschakelwerking" is uitgeschakeld of de wer-
kingsstatus "Standby" ingesteld is. De werkingsmo-
dus "Standby" is ingesteld als in het tijdprogramma
geen periode actief is.
De kamerverwarming is actief als aan één van de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
Kortstondig gemiddelde van de buitentemperatuur is
■
lager dan de vorstbeschermingsgrens. Deze vorstbe-
schermingsgrens wordt in de fabriek ingesteld.
■
Kamertemperatuur komt onder 5 °C (parame-
ter "Afstandsbediening 2003" op "1").
Aanvoertemperatuur van de installatie lager dan
■
5 °C.
Bij vorstbescherming worden naast de warmtepomp
de CV-pompen en de secundaire pomp ingeschakeld.
Kamerverwarming met extra verwarmingen
zie ook hoofdstuk "Extra verwarmingen" op pagina 38.
(vervolg)
Kamerverwarming met "Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit 200E"
Kamerkoeling zonder buffer of met bypass-verwarmingswaterbuffer:
Kamerkoeling met "Min. aanvoertemperatuur koeling 7103"
Kamerkoeling met verwarmings-/koelwaterbuffer:
Kamerkoeling met "Min. gewenste aanvoertemperatuur koelen 2033"
De verwarming bij vorstbescherming eindigt als aan
alle volgende criteria is voldaan:
■
Kortstondig gemiddelde van de buitentemperatuur is
min. 2 K hoger dan de vorstbeschermingsgrens.
Kamertemperatuur ligt boven 7 °C (parame-
■
ter "Afstandsbediening 2003" naar "1").
■
Aanvoertemperatuur van de installatie hoger dan
15 °C.
Opmerking
De vorstbeschermingsgrens is in de fabriek op 1 °C
ingesteld. Deze instelling kan alleen een door
Viessmann gecertificeerde verwarmingsfirma voor
warmtepompen wijzigen.
Opdat de circulatiepompen, aangestuurd door de
warmtepompregeling, niet vast komen te zitten, wor-
den deze dagelijks vanaf 13:00 uur na elkaar gedu-
rende 10 s ingeschakeld (pompkick). De circulatiepom-
pen voor de boilerverwarming of de 3-wegomschakel-
klep "Verwarmen tapwaterverwarming" worden dage-
lijks om 0.00 uur gedurende 30 s ingeschakeld.
Functiebeschrijving
55