Viessmann VITOTRONIC 200 WO1C Handleiding pagina 167
Verberg thumbnails
Zie ook voor VITOTRONIC 200 WO1C:
- Bedieningshandleiding (116 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (108 pagina's)
Advertenties
Koelcircuit
(vervolg)
Meldingsco-
Betekenis
de
56
Vorstgevaar condensor
H
59
Elektronische expansie-
S
klep defect
5D
Oververhitting van het
H
persgas te gering
5F
Communicatiefout voor
S
volgende temperatuursen-
soren:
Zuiggastemperatuursen-
■
sor reversibel
Aanvoertemperatuur-
■
sensor secundair circuit
(vóór verwarmingswa-
ter-doorstroomtoestel)
Propaantemperatuur-
■
sensor
69
Berekeningsfout koelcir-
S
cuit
6A
Luchtintredetemperatuur
H
te laag
6B
Luchtintredetemperatuur
H
te hoog
6C
Aanvoertemperatuur se-
H
cundair circuit te hoog
6D
Kamerkoeling:
H
Aanvoertemperatuur se-
cundair circuit te laag
6E
H
Ontdooien:
Aanvoertemperatuur se-
cundair circuit te laag
6F
Compressortoerental ge-
H
durende 90 s onder min.
toerental
Gedrag van de warmte-
pomp
Compressor uit
■
Omkering koelcircuit uit
■
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor start niet.
Compressor start niet.
Compressor start niet.
Compressor start niet.
Compressor start niet.
Compressor uit
Maatregel
Hydraulica in het secundair circuit
■
controleren, bijvoorbeeld of alle af-
sluitkranen volledig geopend zijn.
Debiet in het secundaire circuit con-
■
troleren.
Aanvoer- en retourtemperatuursen-
■
sor secundair circuit controleren.
Zie "Regelaar- en sensorprintplaat".
Hoeveelheid koudemiddel controle-
■
ren. Hoeveelheid koudemiddel evt.
aanpassen.
Temperatuursensoren in het koelcir-
■
cuit controleren: Zie "EEV-printplaat
[4-3] / [4-4]".
Stekker aan de aansluiting J7 con-
■
troleren: Zie "EEV-printplaat [4-3] /
[4-4]".
Stappenmotor van de elektronische
■
expansieklep controleren.
Heetgastemperatuursensor controle-
ren: Zie meldingscode "04".
Zoals "EF Modbus deelnemer":
zie "Overzicht van de meldingen" voor
de warmtepompregeling.
Geen maatregel nodig: Compressor
treedt opnieuw in werking.
Geen maatregel nodig
Evt. gewenste temperatuurwaarden
van alle warmtebronnen van de ver-
warmingsinstallatie controleren. Ge-
wenste waarden evt. aanpassen.
Parameterinstellingen koelen ("71xx")
controleren, bijv. "Min. aanvoertem-
peratuur koeling 7103".
Zoals "AA Afbreking ontdooiing":
■
zie "Overzicht van de meldingen"
voor de warmtepompregeling.
Meer warmte uit secundair circuit
■
toevoeren, bijv. via bijkomende ver-
warmingswaterbuffer in de retour.
Softwareversie koelcircuitregelaar
controleren: Zie hoofdstuk "Systeemin-
formatie".
Diagnose
167
Advertenties
