Samenvatting van Inhoud voor Viessmann VITOTRONIC 300
Pagina 1
VIESMANN Montage- en servicehandleiding voor de installateur Vitotronic 300 type CM1E Regeling voor weersafhankelijke werking van een installatie met meerdere ketels Vitotronic 100 type CC1E Regeling voor de werking met constante ketelwatertemperatuur voor iedere ver- warmingsketel Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina...
Pagina 2
Hete oppervlakken kunnen brandwonden ver- king van de installatie in gevaar. oorzaken. Defecte onderdelen moeten door originele Het toestel voor onderhouds- en servicewerk- onderdelen van Viessmann worden vervangen. ■ zaamheden uitschakelen en laten afkoelen. ■ Hete oppervlakken aan de verwarmingsketel, de brander, het rookgassysteem en de buizen niet aanraken.
Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedge- keurde onderdelen gebruiken. Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie Wat te doen bij een gaslucht...
Pagina 4
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Gevaar Gelijktijdige werking van de verwarmingsketel met toestellen met luchtafvoer naar de buiten- lucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Vergrendelingsschakeling inbouwen of door geschikte maatregelen voor voldoende aanvoer van verbrandingslucht zorgen.
Het toestel mag conform de regelgeving alleen voor de Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige regeling van Viessmann middelgrote en grote ketels bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel met branders op olie of gas en het gebruik conform de opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuit- regelgeving hiervan worden gebruikt.
Informatie Productinformatie De Vitotronic 300, type CM1E, is voor de weersafhan- Bij installaties met meerdere ketels kunnen de ketel- kelijke regeling van een installatie met meerdere ketels watertemperaturen van de afzonderlijke verwarmings- (cascade) voorzien. Bovendien neemt deze Vitotronic ketels verschillend zijn. De gemeenschappelijke aan-...
Montageverloop Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 monteren Opmerking Aansluiting uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3: Zie hoofdstuk ”Uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 aansluiten”. Afb. 1 Communicatiemodule LON monteren (accessoire) In te stellen parameters bij de eerste inbedrijfstelling: Zie hoofdstuk ”Regeling in LON integreren”. Afb.
Montageverloop Codeerstekker insteken (vervolg) Afb. 3 Opmerking Toekenning codeerstekker verwarmingsketel: Zie www.vitotronic.info Veiligheidstemperatuurbegrenzer omzetten (indien nodig) De veiligheidstemperatuurbegrenzer is bij levering op 110 °C ingesteld. Voorbeeld: Omzetting op 100 °C °C Afb. 4 Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig) De temperatuurregelaar is bij levering op 95 °C inge- steld.
Montageverloop Temperatuurregelaar omzetten (indien nodig) (vervolg) Voorbeeld: Omzetting op 100 °C Opgelet Te hoge tapwatertemperaturen kunnen de warmwaterboiler beschadigen. Bij werking met een warmwaterboiler mag de maximaal toegestane watertemperatuur niet worden overschreden. Eventueel een betref- fende veiligheidsinrichting monteren. Afb. 5 75 tot 100 °C 1.
Montageverloop Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting Regeling op de CV-ketel gemonteerd: ■ kabels van onderen door de frontplaat van de CV- ketel in de aansluitruimte van de regeling brengen. ■ Regeling zijdelings aan de CV-ketel gemonteerd: Kabels van onderen uit het kabelkanaal in de rege- ling leiden.
Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen Gevaar Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen componenten van de installateur moeten de isolatie- tot gevaarlijk letsel door elektrische stroom en voorschriften van IEC/EN 60335-1 worden nageleefd. tot schade aan het toestel leiden. ■...
Pagina 22
Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Stekker Component Masterregeling Slaveregeling Een van de volgende temperatuursensoren: Temperatuursensor Therm-Control ■ Retourtemperatuursensor T1 ■ Een van de volgende temperatuursensoren: Temperatuursensor boilerlaadsysteem ■ — Retourtemperatuursensor T2 ■ CAN-BUS-deelnemer — — extern blokkeren verwarmingsketel Extern CV-ketel in de ketelvolgorde als laat- ste bijschakelen KM-BUS-deelnemer...
Elektrische aansluitingen Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Stekker Component Masterregeling Slaveregeling Een van de volgende functies: Motor smoorklep verwarmingsketel ■ Mengklep voor retourtemperatuurregeling ■ verwarmingsketel Mengklep warmtewisselaarset — ■ Een van de volgende functies: lÖ Brander 2e trap verwarmingsketel ■...
Elektrische aansluitingen Netwerkmodule aansluiten Afb. 11 Aansluitkabel bedieningsgedeelte LAN-verbindingskabel LAN-verbinding maken Informatie over de aansluiting en de activering van de netwerkmodule: Zie www.vitotronic.info Sensoren aansluiten Afb. 12...
Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Aansluitingen op printplaat 230 V~ Stekker Component Masterregeling Slaveregeling Een van de volgende circulatiepompen: sÖ CV-pomp voor verwarmingscircuit 1 zonder ■ — mengklep Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaadsys- — ■ teem Circulatiepomp voor rookgas/water-warmte- ■ wisselaar verwarmingsketel Schakeluitgang voor de debietreducering ver- warmingsketel (Therm-Control) Een van de volgende circulatiepompen:...
Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Pompen 230 V~ met stroomopname groter dan 2 A of HR-circulatiepompen Pompen met schakelingang Pompen zonder schakelingang N PE Extern N PE AAN/UIT Afb. 14 Afb. 15 Pomp Naar de regeling Pomp Relais Aparte netaansluiting (fabrikantgegevens respec- Naar de regeling teren) Relais...
Elektrische aansluitingen Pompen aansluiten (vervolg) Pompen in het vloerverwarmingscircuit De gemeenschappelijke stroomopname van beide sÖ pompen mag maximaal 2 A bedragen. Afb. 17 Regeling sÖ Primaire CV-pomp Thermostaat Secundaire CV-pomp (bij systeemscheiding) Temperatuurbewaker voor begrenzing van de maximumtemperatuur (accessoire) Elektromechanische temperatuurbewaker volgens het principe van vloeistofuitzetting Schakelt bij overschrijden van de instelwaarde de ■...
Elektrische aansluitingen Acutatoren aansluiten Aansluitingen aan uitbreiding voor verwarmingscircuit 2 en 3 telkens met mengklep Stekker Component Masterregeling Slaveregeling M2/M3 Mengklepmotor uitbreidingsset mengklep — Aansluitingen op printplaat 230 V~ Stekker Component Masterregeling Slaveregeling Een van de volgende functies: Motor smoorklep verwarmingsketel ■...
Elektrische aansluitingen Externe functies (vervolg) Functie extern blokkeren verwarmingsketel Extern blokkeren installatie Contact Gesloten Verwarmingsketel is geblokkeerd. Alle verwarmingsketels zijn geblokkeerd. ■ ■ Afsluitinrichtingen worden gesloten. Afsluitinrichtingen worden gesloten. De bijmengpomp (indien aanwezig) wordt ■ uitgeschakeld. Opmerking Er is geen vorstbescherming van de verwar- Opmerking mingsinstallatie.
Elektrische aansluitingen Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten (vervolg) AAN AAN N STB TR TR Afb. 21 Brug ”STB” ”STB” – Laagwaterniveaubeveiliging, minimaalpressostaat Maximaalpressostaat Overige veiligheidsinrichtingen 1. Brug ”STB” ”STB” verwijderen. Opmerking – Bij meerdere veiligheidsinrichtingen kan ook de steek- 2. Externe veiligheidsinrichtingen op stekker aBÖ...
BN Bruin Aansluiting bedrijfsurenteller BU Blauw Signaalrichting: Regeling brander Brander zonder stekker → Signaalrichting: Contrastekker van Viessmann of van branderfabrikant Brander regeling monteren Branderkabel aansluiten. → Toestelbenamingen stekker STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de regeling Temperatuurregelaar van de regeling Viessmann Matrix-brander voor Vitocrossal ■...
Pagina 37
Elektrische aansluitingen Wisselstroombrander aansluiten (vervolg) B4 S3 T2 T1 N T7T8 Afb. 26 Afb. 25 Naar de regeling Naar de regeling Naar de brander Naar de brander Klembenamingen: Klembenamingen stekker T6, T8 Regelkring 2e brandertrap aan of modulatiere- Fase via veiligheidstemperatuurbegrenzer op gelaar open T6, T7 Regelkring 2e brandertrap uit of modulatiere- de brander...
Elektrische aansluitingen Draaistroombrander aansluiten Veiligheidscircuit spanningsloos Opmerking Eventueel moet op de brander een aanwezige brug van een fasegeleider naar de stuurspanning worden verwijderd. Beslist de gegevens van de branderfabrikant respec- teren! Afb. 27 Regeling Basisbelasting/vollast Hoofdrelais (installateur) Netaansluiting van de regeling fÖ...
Storingsmelding brander Bedrijfsurenteller trap 1 Veiligheidscircuit (STB) LON-verbinding maken Het LON van Viessmann is voor de busstructuur ”Lijn” Het transmissiebereik bij LON is afhankelijk van de aan beide kanten ontworpen met een afsluitweerstand elektrische eigenschappen van de kabel. Daarom (accessoires).
Aan de vereisten voor de kabels en de functie van de LON-poort FTT 10-A moet worden voldaan. Alle apparatuur van Viessmann wordt via RJ45-stek- kers aangesloten. Voor de LON van Viessmann zijn altijd de aders ”1” en ”2” en de afscherming nodig. De aders zijn verwisselbaar.
Elektrische aansluitingen LON-verbinding maken (vervolg) Aansluiting met LON-verbindingskabel, kabel van installateur en LON-aansluitdoos 900 m Afb. 32 Geïnstalleerde lengte 900 m (met LON- ≤ aansluitdozen) Regeling, Vitocom of Vitogate LON-aansluitdozen LON-verbindingskabel, 7 m lang Door installateur te voorziene kabel Afsluitweerstand Maximaal 30 deelnemers Netaansluiting Scheidingsinrichtingen voor niet-geaarde gelei-...
Elektrische aansluitingen Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting van de regeling 1. Controleren of de voedingskabel naar de regeling volgens de voorschriften is gezekerd. 2. Netsnoer in de aansluitkast D en op stekker fÖ klemmen (installateur). 3. Stekker in de regeling steken. fÖ Afb.
Pagina 43
Elektrische aansluitingen Netaansluiting (vervolg) 1. Controleren of de voedingskabel naar de netfilte- 3. Stekker fÖ in de netfiltereenheid steken. reenheid volgens de voorschriften is gezekerd. 2. Netsnoer in de aansluitkast D en op stekker fÖ klemmen (installateur). Stekker fÖ en stekker van de aansluitkabel van de netfiltereenheid in de desbetreffende bus van de regeling steken.
Inbedrijfstelling Installatie in bedrijf stellen 1. Netschakelaar aan de regeling inschakelen. 4. Met bevestigen. De inbedrijfstelling-assistent start automatisch. Het menu ”Inbedrijfstelling” verschijnt opnieuw. Opmerking 5. Met bevestigen. Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrip- pen in het Duits. 6. Met bevestigen om belangrijke parameters aan de installatie aan te passen, bijv.
Inbedrijfstelling Vereiste parameters (vervolg) 11. Bepaalde waarden in parameterniveau 2 in groep ”Ketel” bij alle slaveregelingen en de mas- terregeling voor de toegekende verwarmingsketel instellen: Zie volgende tabel. Parameter Weergave Instelling 02:... Brandertype 1 = 2-traps 2 = modulerend 03:... Ketelbesch.
Aansl. op stekker sÖ 54:... Algemeen, masterregeling Aansl. op stekker 55:... Algemeen, masterregeling Aansl. op stekker 98:... Algemeen, masterregeling Viessmann-installatienr. 9C:... Algemeen, masterregeling Controle LON-deelnemer 0C:... Verwarmingsketel, masterregeling Functie smoorklep/retourtemperatuurregeling Opmerking Overzicht van alle parameters: Zie vanaf pagina 53 Slaveregeling...
Inbedrijfstelling Regeling in LON integreren De communicatiemodule LON is een vereiste acces- Binnen een LON moet het installatienummer (para- ■ ■ soire. meter ”98” in de groep ”Alg.”) gelijk zijn. ■ Vitotronic 200-H: ■ Er mag slechts één regeling als foutmanager wor- De communicatiemodule LON (accessoires) moet den geparametreerd.
Inbedrijfstelling Regeling in LON integreren (vervolg) Viessmann installa- Viessmann installa- Viessmann installa- Viessmann installa- — tienummer, tienummer, tienummer, tienummer, Parameter ”98:1” in Parameter ”98:1” in Parameter ”98:1” in Parameter ”98:1” in de groep ”Alg.”. de groep ”Alg.”. de groep ”Alg.”.
Inbedrijfstelling Ketelvolgorde aan de masterregeling instellen (vervolg) Functie Parameter ”Vaste laatste verw.ketel” ”ECO-drempel verw.ketel”... 20 tot 27 Via de ECO-drempel kan de afhankelijkheid van de ■ buitentemperatuur voor elke CV-ketel worden geblokkeerd of vrijgegeven. ■ Als de CV-ketel voor het bereiken van de gewenste aanvoertemperatuur bij uitval van de vrijgegeven CV- ketels nodig wordt, werkt ECO-drempel niet.
Inbedrijfstelling Stooklijn instellen (vervolg) De stooklijn wordt langs de as van de gewenste Gewenste gereduceerde kamertemperatuur kamertemperatuur verschoven. Deze leidt bij geacti- veerde CV-pomplogica tot een gewijzigd in- en uit- schakelgedrag van de CV-pomp. Gewenste normale kamertemperatuur 14°C 3°C 26°C B -20 20°C Afb.
Inbedrijfstelling Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren De minimale circulatiehoeveelheid moet 10% van de loslaten. circulatiehoeveelheid bij nominale belasting bedragen. De warmte-onttrekking zover mogelijk verlagen. 3. Wachten tot de ketelwatertemperatuur circa 15 tot 20 K onder de ingestelde beveiligingstemperatuur zolang ingedrukt houden tot de brander uit- is gedaald.
Pagina 52
Inbedrijfstelling Uitgangen controleren (actorentest) (vervolg) Displayweergave Toelichting Uitbreiding EA1 Uitgang 1 Contact ”P - S” op stekker van uitbreiding EA1 ge- sloten. Uitbreiding AM1 Uitgang 1 Actor aan uitgang A1 Uitbreiding AM1 Uitgang 2 Actor aan uitgang A2 Opmerking bij de draairichting van de mengklep- motor Aanvoertemperatuurregeling/verwarmingscircuitre- ■...
Parameterniveaus Parameterniveaus Er zijn 2 parameterniveaus: ■ Parameterniveau 1 Hier zijn de parameters samengesteld die het meest worden gebruikt. Opmerking De parameters van het parameterniveau 1 zijn gekenmerkt. ■ Parameterniveau 2 Dit niveau bevat alle parameters, ook die van het parameterniveau 1.
Pagina 54
Parameterniveaus Parameter terugzetten naar de toestand bij… (vervolg) Opmerking Ook die parameters van het andere parameterniveau worden teruggezet.
Parameter, masterregeling Algemeen, masterregeling Opmerking Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Install.-schema Weergave Waarde Toelichtingen Verw.cir. 1, zonder tapwaterverwarming 00:1 Verw.cir. 1, met tapwaterverwarming,wordt 00:2 Wordt automatisch herkend. autom. herkend Verw.cir. 2 met mengkl.,zonder tapwater- 00:3 Waarde manueel instellen, als er geen verwarmings- verwarming,wordt autom.
Parameter, masterregeling Algemeen, masterregeling (vervolg) 0B Gewenste aanvoertemperatuur bij externe vraag Weergave Waarde Toelichtingen 70 °C 0B:70 ... °C 0B:0 tot Instelbaar van 0 tot 127 °C 0B:127 Begrensd door ketelspecifieke parameters 0C Verschiltemperatuur voor verhoging van de gewenste aanv.temper. Weergave Waarde Toelichtingen...
47:1 tot Instelbaar van 1 tot 60 min 47:60 50 Retourtemperatuurregeling Weergave Waarde Toelichtingen Opmerking Instelling afhankelijk van het betreffende installatie- schema: Zie www.viessmann-schemen.com Decentr. 50:0 Decentrale retourtemperatuurregeling: Iedere verwarmingsketel wordt via een aparte retour- temperatuurregeling geregeld. Centr. 50:1 Centrale retourtemperatuurregeling: De gemeenschappelijke retour van de installatie wordt centraal via een retourtemperatuurregeling geregeld.
Parameter, masterregeling Algemeen, masterregeling (vervolg) 62 Centrale bediening verwarm.cir. Weergave Waarde Toelichtingen Geen 62:0 Zonder centrale bediening van de CV-circuits V.circuit 1 62:1 Met centrale bediening verwarmingscircuit 1 zonder mengklep V.circuit 2 62:2 Verwarmingscircuit 2 met mengklep V.circuit 3 62:3 Verwarmingscircuit 3 met mengklep 70 Indicatiecorrectie buitentemp.
Parameter, masterregeling Algemeen, masterregeling (vervolg) 79 Communicatiemodule LON: Foutmanager Weergave Waarde Toelichtingen Regeling is niet foutmanager 79:0 Wordt alleen weergegeven als parameter ”76:1” is in- gesteld. Regeling is foutmanager 79:1 Opmerking Er mag slechts één regeling als foutmanager worden geparametreerd. 7B Communicatiemodule LON: Tijd Weergave Waarde...
Parameter, masterregeling Algemeen, masterregeling (vervolg) 82 Begin zomertijd: Maand Weergave Waarde Toelichtingen 82:3 Actuele Monat 82:1 tot Instelbaar van 1 tot 12 82:12 De ingestelde waarde geeft de actuele maand aan 1 = januari ■ 12 = december ■ Wordt alleen weergegeven als parameter ”81:1” is in- gesteld.
Parameter, masterregeling Algemeen, masterregeling (vervolg) 86 Begin wintertijd: Week van de gekozen maand Weergave Waarde Toelichtingen 1e week 86:1 Wordt alleen weergegeven als parameter ”81:1” is in- gesteld. 2e week 86:2 3e week 86:3 4e week 86:4 Laatste week in de maand 86:5 Laatste week 1 week...
Parameter, masterregeling Algemeen, masterregeling (vervolg) 98 Viessmann-installatienr. Weergave Waarde Toelichtingen 98:1 Wordt alleen weergegeven als parameter ”76:1” is in- gesteld. Actueel installatienummer 98:1 tot Instelbaar van 1 tot 5 98:5 Opmerking Binnen een LON moet het installatienummer gelijk zijn. 9C Controle LON-deelnemer...
Parameter, masterregeling Verwarmingsketel, masterregeling (vervolg) 04 Schakelhysterese brander Weergave Waarde Toelichtingen Schakelhysterese 4 K 04:0 Opmerking Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker ■ ERB50-functie 04:1 Alleen voor 1-traps branders ■ ERB80-functie 04:2 05 Branderkarakt. Weergave Waarde Toelichtingen Branderkarakt. lineair 05:0 Opmerking Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker % van het nominale vermogen bij 1/3 van 05:1 tot het modulatiebereik...
Parameter, masterregeling Verwarmingsketel, masterregeling (vervolg) 15 Looptijd stelaandr. modulerende brander Weergave Waarde Toelichtingen ... s 15:5 tot Looptijd instelbaar van 5 tot 199 s. 15:199 Opmerking Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 16 Offset brander bij de opstartoptimalis. Weergave Waarde Toelichtingen ... K 16:0 tot Offset brander bij optimalisering van de start in K (tij- 16:15...
Parameter, masterregeling Verwarmingsketel, masterregeling (vervolg) 1F Rookgastemp.sensor Weergave Waarde Toelichtingen Geen bewaking van de rookgastempera- 1F:0 tuur voor onderhoudsindicatie ... °C grenswaarde voor onderhoud 1F:1 tot 1F:250 21 Tijdsinterval in branderuren tot volgend onderhoud Weergave Waarde Toelichtingen Niet actief 21:0 ...
Parameter, masterregeling Verwarmingsketel, masterregeling (vervolg) 29 Brandstofverbruik van de brander (2e trap) Weergave Waarde Toelichtingen 29:0 Niet anders instellen 29:0 tot 29:99 2A Brandstofverbruik van de brander (2e trap) Weergave Waarde Toelichtingen 2A:0 Niet anders instellen 2A:0 tot 2A:199 2B Max. voorverw.tijd smoorklep Weergave Waarde Toelichtingen...
Parameter, masterregeling Cascade, masterregeling (vervolg) 01 Min. begrenzing vd aanvoertemperatuur van de inst. Weergave Waarde Toelichtingen 0 °C 01:0 ... °C 01:0 tot Instelbaar van 0 tot 127 °C 01:127 02 Max. begrenzing vd aanvoertemperatuur van de inst. Weergave Waarde Toelichtingen 80 °C 02:80...
Parameter, masterregeling Cascade, masterregeling (vervolg) 0B Inschak.integraaldrempel Weergave Waarde Toelichtingen 60 K x min 0B:60 ... K x min 0B:1 tot Instelbaar van 1 tot 255 K x min 0B:255 Opmerking Wanneer de waarde wordt overschreden, wordt een CV-ketel of een brandertrap uitgeschakeld. 0C Uitschak.integraaldremp.
Parameter, masterregeling Cascade, masterregeling (vervolg) 0F Regelaarversterking AvT-regelaar TN Weergave Waarde Toelichtingen 400 s 0F:40 ... s 0F:1 tot Regelaarnasteltijd aanvoertemperatuurregelaar TN in- 0F:199 stelbaar van 10 tot 1990 s ≙ 1 instelstap 10 s Wordt alleen weergegeven als parameter ”06:4” is in- gesteld.
Pagina 76
Parameter, masterregeling Cascade, masterregeling (vervolg) 24 ECO-drempel verw.ketel 5 Weergave Waarde Toelichtingen Geen ECO-drempel 24:31 Temperatuurdrempel voor ECO-functie van de verwar- mingsketel is niet actief..°C 30 tot Als de buitentemperatuur de hier ingestelde tempera- – 24:30 tuurdrempel overschrijdt, wordt de verwarmingsketel uitgeschakeld.
Parameter, masterregeling Warm water, masterregeling (vervolg) 05 Gewenste aanvoertemperatuur bij boilerverwarming Weergave Waarde Toelichtingen Gewenste aanvoertemperatuur 05:0 De gewenste aanvoertemperatuur volgt uit de hoogste aanvoertemperatuur-aanvraag van de installatie. Max. gew. install.aanvoertemperatuur bij 05:1 De gewenste aanvoertemperatuur volgt uit de aan- tapwaterverwarming voertemperatuur-aanvraag van de warmwaterboiler.
Parameter, masterregeling Warm water, masterregeling (vervolg) 0B Invoer van de gewenste boilertemperatuur Weergave Waarde Toelichtingen Aan de regeling 0B:0 Aan de regeling en aan de afstandsbedie- 0B:1 ning verw. cir. 1 Aan de regeling en aan de afstandsbedie- 0B:2 ning verw. cir. 2 met mengkl. Aan de regeling en aan de afstandsbedie- 0B:3 ning verw.
Parameter, masterregeling Zonnesysteem, masterregeling Opmerking Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. Opmerking De groep ”Solar” wordt alleen weergegeven als een zonneregelingsmodule van het type SM1 aangesloten 00 Inschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp Weergave Waarde Toelichtingen 00:8 ... K 00:2 tot Inschakeltemperatuurverschil instelbaar van 2 tot 30 K 00:30 01 Uitschakeltemp.verschil zonnecircuitpomp Weergave...
Reducering van het toerental van de zonnecircuit- pomp ter bescherming van installatiecomponenten en warmteoverdrachtsmedium..K 0A:1 tot Temperatuurverschil instelbaar tussen 1 en 40 K 0A:40 0B Vorstbeschermfctie vr zonnecirc. Weergave Waarde Toelichtingen 0B:0 0B:1 Niet vereist bij Viessmann warmtedragend medium...
Parameter, masterregeling Zonnesysteem, masterregeling (vervolg) 12 Minimumtemp. collector Weergave Waarde Toelichtingen Geen 12:0 Minimumtemperatuurbegrenzing niet actief 10 °C 12:10 Minimale inschakeltemperatuur voor de zonnecircuit- pomp 10 °C ... °C 12:1 tot Minimale inschakeltemperatuur instelbaar tussen 1 en 12:90 90 °C 20 Uitgebreide regelingsfunctie Weergave Waarde...
Parameter, masterregeling Zonnesysteem, masterregeling (vervolg) 25 Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie Weergave Waarde Toelichtingen 50 °C 25:50 Parameter ”20:5” of ”20:6” moet ingesteld zijn..°C 25:0 tot Uitschakeltemperatuur voor thermostaatfunctie instel- 25:100 baar tussen 0 en 100 °C 26 Voorrang voor warmwaterboiler Weergave Waarde Toelichtingen...
Parameter, masterregeling Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3, masterregeling Opmerking Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Herkenning afstandsbed. Weergave Waarde Toelichtingen Znd. 00:0 Geen afstandsbediening aangesloten Met Vitotrol 200-A of Vitotrol 200-RF 00:1 Wordt automatisch herkend Met Vitotrol 300-A, Vitotrol 300-RF of Vito- 00:2 Wordt automatisch herkend comfort 200...
Parameter, masterregeling Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) 03 Temp.grenzen vorstbesch.functie Weergave Waarde Toelichtingen 2 °C 03:2 Buitentemperatuur onder 1 °C: CV-pomp AAN Buitentemperatuur boven 3 °C: CV-pomp UIT Opgelet Bij instellingen onder 1 °C kunnen buisleidin- gen die zich buiten de isolatie van het huis be- vinden, bevriezen.
Parameter, masterregeling Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) 08 Pompstilstandtijd Weergave Waarde Toelichtingen Met berekende pompstilstandtijd 08:7 CV-pomp UIT bij gewijzigde instelling door verande- ring van modus naar verlaagde werking Znd. 08:0 Pomp blijft ingeschakeld. Met vooraf berekende pompstilstandtijd 08:1 tot Met pompstilstandtijd, instelbaar tussen 1 en 15 Hoe groter de waarde, des te langer is de 08:15...
Parameter, masterregeling Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) 12 Aanleren insch.tijdoptimalis. Weergave Waarde Toelichtingen Znd. 12:0 Met de afstandsbediening en voor het verwarmingscir- cuit moet de werking met kamertemperatuurbijschake- ling geparametreerd zijn: zonder aanleren van de opti- malisering van de inschakeltijd 12:1 13 Uitschakeltijdoptimalis.
Parameter, masterregeling Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) 17 Inst.dynamiek CV-circuitmengkl. Weergave Waarde Toelichtingen 17:1 Uitsluitend voor CV-circuits met mengklep Regelaar werkt te snel (pendelt tussen OPEN en ■ 17:0 tot DICHT): 17:3 een lagere waarde instellen. Regelaar werkt te langzaam (onvoldoende handha- ■...
Parameter, masterregeling Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg) 25 Buitentemperatuurgrens voor opheffen van de verlaagde gewenste kamertemp. Weergave Waarde Toelichtingen 5 °C Zie hoofdstuk ”Functiebeschrijving” – – Instelling parameter ”03” in de groep ”V.circuit” con- troleren..°C 60 tot Temperatuurgrens instelbaar van 60 °C tot +10 °C –...
Parameter, slaveregeling Algemeen, slaveregeling Opmerking Vet gedrukte parameterwaarde is de fabrieksinstelling. 00 Install.-schema Weergave Waarde Toelichtingen Geen inst. schema 00:0 Waarde stelt zich automatisch in, als toepassing ”ver- warmingsketel in de cascade.” werd gekozen. 01 Installatie met een en meerdere ketels Weergave Waarde Toelichtingen...
Parameter, slaveregeling Algemeen, slaveregeling (vervolg) 76 Communicatiemodule Weergave Waarde Toelichtingen Znd. 76:0 76:1 Wordt automatisch herkend. 77 LON-deelnemersnr. Weergave Waarde Toelichtingen Opmerking Elk nummer mag slechts eenmaal worden toegekend. Wordt alleen weergegeven als parameter ”76:1” is in- gesteld. Instelbaar van 1 tot 99: 77:1 tot 1 tot 8 = verwarmingsketel 77:8...
93 Schoorsteenvegertestfunctie en onderhoudsindic. Weergave Waarde Toelichtingen Werkt niet op groepsal.meld. 93:0 Werkt op groepsal.meld. 93:1 98 Viessmann-installatienr. Weergave Waarde Toelichtingen 98:1 Wordt alleen weergegeven als parameter ”76:1” is in- gesteld. Actueel installatienummer 98:1 tot Instelbaar van 1 tot 5...
Parameter, slaveregeling Verwarmingsketel, slaveregeling (vervolg) 07 Lopend Ketelnummer bij inst. meerd. ket. Weergave Waarde Toelichtingen 07:1 07:1 tot Waarde = ketelnummer 07:8 Opmerking Bij toepassing ”ketel in de cascade” alleen waarden van 2 tot 8 instellen. 08 Maximumvermogen brander in kW Weergave Waarde Toelichtingen...
Parameter, slaveregeling Verwarmingsketel, slaveregeling (vervolg) 1A Startoptimalis. Weergave Waarde Toelichtingen ... s 1A:0 tot Tijdsduur van de optimalisering tijdens de start na de 1A:60 branderstart instelbaar van 0 tot 60 sec. Opmerking Fabrieksinstelling afhankelijk van codeerstekker 1B Tijd van ontsteken brander tot begin van de regeling Weergave Waarde Toelichtingen...
Parameter, slaveregeling Verwarmingsketel, slaveregeling (vervolg) 24 Status onderh. Weergave Waarde Toelichtingen Geen uit te v. onderh. 24:0 Onderhoud nodig en weergave op display 24:1 26 Brandstofverbruik van de brander (1e trap) Weergave Waarde Toelichtingen 26:0 Niet anders instellen 26:0 tot 26:99 27 Brandstofverbruik van de brander (1e trap) Weergave...
Parameter, slaveregeling Verwarmingsketel, slaveregeling (vervolg) 2C Max. nalooptijd smoorklep Weergave Waarde Toelichtingen 5 min 2C:5 Geen 2C:0 ... min 2C:1 tot Na afloop van de ketelvrijgave blijft de smoorklep ge- 2C:60 durende de ingestelde nalooptijd geopend. 2D Bijmengpomp Weergave Waarde Toelichtingen Alleen bij aanvr.
Diagnose en serviceopvragingen Servicemenu oproepen Op de volgende knoppen tippen: Opmerking In de menubereiken ”Diagnose” en ”Servicefunc- ties” zijn de submenu’s afhankelijk van de gekozen toepassing. 2. ”Service” ”Warm water” wordt bijv. alleen bij de toepas- sing ”Indiv. ketel const. regeling”, ”Indiv. ketel 3.
3. Wachtwoord ”viservice” invoeren. Alle wachtwoorden naar de fabrieksinstelling terugzetten Op de volgende knoppen tippen: 5. ”Paswrd. wijzigen” 1. Master-wachtwoord bij Technische Dienst van 6. ”Alle paswoorden resetten” Viessmann opvragen. 7. Master-wachtwoord invoeren. 8. Met bevestigen. 3. ”Service” 4. Wachtwoord ”viservice” invoeren.
Diagnose en serviceopvragingen Diagnose (vervolg) Softwareversie Softwareversie uitbreiding uitbreiding tweede en der- tweede en der- de Verwar- de Verwar- mingscircuit mingscircuit met mengklep met mengklep Opmerking De indicaties in de velden 3 en 5 zijn gelijk. LON-service-PIN Voor de functietest van de communicatiemodule LON 3.
Verbinding wordt tot stand gebracht. Als de WiFi-verbinding geactiveerd wordt, wordt de LAN-verbinding onderbroken. Een bediening via de Betekenis van de indicaties: Viessmann App is gedurende die tijd niet mogelijk. Verbinding actief Geen verbinding WiFi-verbinding deactiveren WiFi wordt automatisch gedeactiveerd: ■...
Probleemoplossing Storingsindicatie Bij een storing knippert op het display het symbool Betekenis van de storingsmeldingen: Zie hoofd- en ”Storing”. stuk ”Storingsmeldingen”. Opmerking Als een meldinrichting is aangesloten, wordt deze ingeschakeld. Storingsindicatie bevestigen tippen. Opmerking In het navigatiebereik knippert ■ Als een meldinrichting is aangesloten, wordt deze uitgeschakeld.
Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) 68 Onderbreking temperatuursensor 17A CV-ketel met maximumtemperatuur, geen vermogens- reductie, mengklep retourtemperatuurregeling naar de installatie open Oorzaak Maatregel Onderbreking temperatuursensor Temperatuursensor controleren: Zie hoofdstuk ”Tempe- ratuursensoren controleren”. Zonder temperatuursensor: Parameter ”51:0” in de groep Algemeen“ instellen. 70 Kortsluiting temp.sensor 17B ■...
Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) Oorzaak Maatregel Kortsluiting collectortemperatuursensor, Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte aansluiting temperatuursensor op de module solar- montage- en servicehandleiding). & regeling, type SM1 of sensor aan S1 van de Vitosolic 93 Kortsluiting retourtemperatuursensor collector Regelwerking Oorzaak Maatregel Kortsluiting temperatuursensor, Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte...
Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) 9B Onderbreking retourtemperatuursensor collector Regelwerking Oorzaak Maatregel Onderbreking temperatuursensor, Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte aansluiting op S3 van de Vitosolic montage- en servicehandleiding). 9C Onderbr. boilertemperatuursensor zonnesyst. Geen tapwaterverwarming met zonne-energie Oorzaak Maatregel Onderbreking boilertemperatuursensor, Sensor aan de zonneregeling controleren (zie aparte aansluiting temperatuursensor op de module solar-...
Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) AD Configuratiefout smoorklep Regelwerking Oorzaak Maatregel Configuratiefout smoorklep: Parameter ”0C:2”, ”0C:3” Met smoorklep: ■ of ”0C:4” in de groep ”Ketel” is ingesteld en parame- Parameter ”55:0” in de groep ”Alg.” instellen. ter ”55:1” in de groep ”Alg.” is ingesteld. Zonder smoorklep: ■...
Probleemoplossing Storingsmeldingen (vervolg) Oorzaak Maatregel Communicatiefout afstandsbediening Vitotrol/Vitocom- Aansluitingen, kabel (zie afzonderlijke montage- en ser- fort verwarmingscircuit 3 vicehandleiding) en parameter ”00” in groep Verwar- mingscircuit...“ controleren. Met radiografische afstandsbediening: ■ Afstandsbediening in de buurt van het basisstation brengen en verbinding controleren (zie aparte monta- ge- en servicehandleiding).
Probleemoplossing Temperatuursensoren controleren (vervolg) 1. Betreffende stekker lostrekken. Viessmann NTC 10 k (blauwe markering) Ω 2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken. 3. Bij sterke afwijking montage controleren en eventu- eel sensor vervangen. Temperatuur in °C Afb.
Probleemoplossing Temperatuursensoren controleren (vervolg) Viessmann NTC 20 k (oranje markering) Ω Temperatuur in °C Afb. 44 1. Stekker 3. Bij sterke afwijking montage controleren en eventu- lostrekken. eel sensor vervangen. 2. De weerstand van de sensor meten en met de stooklijn vergelijken.
Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade Korte beschrijving De regeling van de gemeenschappelijke aanvoertem- Voor ieder regelingstype wordt een regelingsstrategie peratuur vindt plaats door in- en uitschakelen van de ingesteld: brander of door in- of uitschakelen van de afzonderlijke ■ Condensatiestrategie (zie pagina 132) brandertrappen.
Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade (vervolg) Installatie met één CV-circuit met mengklep: ■ De gemeenschappelijke gewenste aanvoertempera- tuur wordt automatisch op 8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur van het CV-circuit met meng- klep geregeld. Installatie met CV-circuit zonder mengklep en met ■...
Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade (vervolg) Regelingsstrategieën Condensatiestrategie Voordeel Optimaal gebruik van verbrandingswaarde-effect en lange branderlooptij- Parameter ”07:0” in de groep ”Cascade” instellen. De condensatiestrategie heeft als doel veel CV-ketels op een laag vermo- gen in bedrijf te hebben. Inschakelcriterium Het inschakelen van de CV-ketels vindt plaats via een vermogensbalans (parameter ”08:1”...
Pagina 133
Functiebeschrijving installatie Regeling van de cascade (vervolg) Stookwaardestrategieën Stookwaardestrategie 1 Stookwaardestrategie 2 Voordeel Er zijn altijd zo weinig mogelijk CV-ketels in Lange looptijden van de brander. bedrijf. Parameter ”07:2” in de groep ”Cascade” Parameter ”07:1” in de groep ”Cascade” (toestand bij levering). instellen.
Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits Korte beschrijving De regeling omvat regelkringen voor verwarmingscir- De aanvoertemperatuur van het CV-circuit zonder ■ ■ cuit 1 zonder mengklep en verwarmingscircuit 2 en 3 mengklep komt overeen met de gemeenschappelijke telkens met mengklep. aanvoertemperatuur van de installatie.
Pagina 136
Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits (vervolg) CV-pomplogica Spaarschakelingen Installatiedynamiek – De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoer- Het regelgedrag van de mengkleppen kan via parame- temperatuur op 0 °C gezet), indien aan een van de vol- ter ”17” in de groep ”V.circuit...” worden beïnvloed. gende criteria is voldaan: De buitentemperatuur overschrijdt de via parame- Centrale bediening...
Pagina 137
Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering Buitentemperatuur in °C Afb. 46 Stooklijn voor werking met normale kamertempe- ratuur Stooklijn voor werking met gereduceerde kamer- temperatuur Verkorting van de opwarmtijd De waarde en de duur voor de extra verhoging van de gewenste ketelwater- resp.
Functiebeschrijving installatie Regeling van de verwarmingscircuits (vervolg) Voorbeeld met de instellingen bij levering Tijd Afb. 47 Begin van de werking met normale kamertempera- tuur Gewenste ketelwater- respectievelijk aanvoertem- peratuur volgens de ingestelde stooklijn Gewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuur volgens codeeradres ”FA”: 50 °C + 20 % = 60 °C Periode van werking met gewenste verhoogde ketelwater- resp.
Functiebeschrijving installatie Regeling van de tapwaterverwarming (boilertemperatuurregeling) Korte beschrijving De gewenste aanvoertemperatuur voor de tapwater- ■ verwarming wordt op een constante waarde gere- geld (boilertemperatuurregeling). Voor de boilerop- warming vindt dat door het in- en uitschakelen van de circulatiepomp plaats. Het schakelverschil bedraagt 2,5 K.
Functiebeschrijving installatie Regeling van de tapwaterverwarming… (vervolg) Circulatiepomp De volgende parameters instellen: ”00:3” in de groep ”Warm water”, ”53:1”, ”55:2” in de De circulatiepomp transporteert op instelbare tijden groep ”Alg.”. warm water naar de tappunten. Op de regeling kunnen vier periodes voor iedere week- Installatie met Vitosolic dag worden ingesteld.
Functiebeschrijving installatie Regeling van de tapwaterverwarming… (vervolg) Warmwaterboiler is warm: Warmwaterboiler is warm: ■ Gewenste waarde +2,5 K ■ Eerste boilertemperatuursensor: Werkelijke waarde gewenste waarde ≥ ■ Werkelijke tapwatertemperatuur van sensor 2 > gewenste tapwatertemperatuur x factor voor uitscha- tweede boilertemperatuursensor keltijdstip (instelling via parameter ”0D”) Werkelijke waarde >...
Functiebeschrijving installatie Stekkeradapter voor externe… (vervolg) 6 5 4 3 2 1 6 5 4 3 2 1 Afb. 48 Aansluitruimte (onderste deel van de steekadap- Externe regeluitschakeling ter) Stekker aBÖ Externe veiligheidsinrichtingen Stekker van de regeling aBÖ X1 Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer Aansluiting voor kabel met stekker voor de aBÖ...
Functiebeschrijving installatie Uitbreiding EA1 (accessoire) Afb. 49 DE1 Digitale ingang 1 Netaansluiting fÖ DE2 Digitale ingang 2 Netaansluiting voor andere accessoires fÖ Digitale ingang 3 Algemene storingsmelding/toevoerpomp/ Zekering tapwatercirculatiepomp (spanningsloos) 10V 0 tot 10V-ingang KM-BUS – Digitale gegevensingangen DE1 tot DE3 De volgende functies kunnen als alternatief worden Functietoekenning van de ingangen aangesloten:...
Functiebeschrijving installatie Uitbreiding EA1 (accessoire) (vervolg) De werking van de omschakeling van het werkingspro- Looptijd circulatiepomp bij kortstondige werking gramma wordt via parameter ”1F” in de groep ”V.cir- cuit” geselecteerd. De circulatiepomp wordt ingeschakeld door het sluiten De periode van de omschakeling wordt ingesteld via van het contact op DE1, DE2 of DE3 via een toets.
Functiebeschrijving installatie Uitbreiding AM1 (accessoire) Afb. 50 A1 Circulatiepomp A Netaansluiting voor andere accessoires fÖ A2 Circulatiepomp KM-BUS Netaansluiting fÖ Functies Op aansluiting A1 en A2 kan een van de volgende cir- De functie van de uitgangen wordt via parameters op culatiepompen worden aangesloten: de regeling van de verwarmingsketel geselecteerd.
■ De gewenste ketelwatertemperatuur wordt door de masterregeling Vitotronic 300 ingesteld. ■ Voor lagetemperatuurketels is via de codeerstekker een minimum ketelwatertemperatuur ingesteld die ter bescherming van de ketel wordt aangehouden.
Aansluit- en bedradingschema's Masterregeling (vervolg) CV-pomp voor verwarmingscircuit 1 zonder Meldinrichting algemene storing sÖ gÖ mengklep Motor smoorklep verwarmingsketel Primaire boilerlaadpomp voor boilerlaad- Mengklep voor retourtemperatuurregeling systeem verwarmingsketel Circulatiepomp voor rookgas/water-warm- Mengklep warmtewisselaarset tewisselaar verwarmingsketel Brander 2e trap verwarmingsketel lÖ Schakeluitgang voor de debietreducering Brander modulerend verwarmingsketel verwarmingsketel (Therm-Control)
Aansluit- en bedradingschema's Masterregeling (vervolg) Printplaat uitbreiding tweede en derde Verwarmingscircuit met mengklep Afb. 54 Aanvoertemperatuursensoren Mengklepmotoren CV-pompen K1-K6 Relais sÖ Netaansluiting Elektrische interfaces fÖ...
Onderdelenlijsten Bestelling van onderdelen Voor de bestelling van onderdelen zijn volgende gege- vens vereist: ■ Serienummer (zie typeplaatje ■ Positienummer van het onderdeel (in deze onderde- lenlijst)
Pagina 159
Onderdelenlijsten Vitotronic 300, type CM1E en Vitotronic 100, type CC1E (vervolg) Pos. Onderdeel 0003 Bedieningsgedeelte 0004 Netwerkmodule (SA171) 0005 LAN-verbindingskabel 0006 Aansluitkabel bedieningsgedeelte 0009 Achtergedeelte behuizing 0010 Printplaat laagspanning met afdekking (CU404) 0011 Printplaat 230 V~ met afdekking (MB205) 0012...
Pagina 160
Technische gegevens Technische gegevens Nominale spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Nominale stroom 12 A~ Vermogensopname 16 W Beschermingsklasse Beschermingsgraad IP20D conform EN 60529, te garanderen door opbouw/ inbouw Werkwijze Type 1B conform EN 60730-1 Toegestane omgevingstemperatuur Werking 0 tot +40 °C ■...
Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Stekker Component Nom. belastbaar- Masterrege- Slaveregeling heid ling Een van de volgende functies: lÖ Brander 2e trap verwarmingsketel 1(0,5) A, 230 V~ ■ Brander modulerend verwarmingsketel 0,2(0,1) A, 230 V~ ■ Totaal Max. 12 A, 230 V~...
Pagina 162
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring Vitotronic 300, type CM1E Wij, Viessmann Werke GmbH & Co. KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het vol- gende product in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende richtlijnen en verordeningen: 2014/53/EU 2014/35/EU Laagspanningsrichtlijn 2014/30/EU...
Pagina 163
Index Index Externe regeluitschakeling........142 Aansluit- en bedradingschema Externe regeluitschakeling van de brander....141 – Masterregeling............147 Externe veiligheidsinrichtingen aansluiten....34 – Slaveregeling............152 Externe vraag gemeenschappelijke aanvoertempera- Aansluitvarianten LON..........40 tuur................33 Aanvoertemperatuursensor........127 Extern omschakelen getrapte/modulerende brander. 32 Actoren controleren............51 Extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne ..139 Actuatoren..............29 Adaptieve boileropwarming........140...
Pagina 164
Index Index (vervolg) Relaistest..............51 Matrix-brander............36 Relaisuitgangen, nom. belastbaarheid.....160 Maximumdrukbegrenzer........141, 142 Reparatie..............127 Meergezinswoning........... 139 Retourtemperatuursensor........127 Meldingsgeheugen........... 112 Rookgastemperatuursensor........128 Meldinrichting storing aansluiten........29 Mengklepmotor............29 Minimaalpressostaat..........141 Scheidingsinrichtingen..........41 Minimumdrukbewaker..........35 Sensoren..............24 Minimumpressostaat..........142 Sequentieel regelingstype........131 Modulerende brander, regeling aanpassen....45 Serieel schakelen van de ketel........
Pagina 165
Index Index (vervolg) Voorste gedeelte van de regeling monteren....19 Veilgheidscircuit Vorstbescherming............ 136 – niet spanningsloos..........39 Vorstbeschermingsfunctie........139 Veiligheidscircuit – spanningsloos............38 Veiligheidsinrichtingen..........141 Wachtwoorden Veiligheidstemperatuurbegrenzer......141 – naar de fabrieksinstelling terugzetten....108 – controleren.............. 51 – wijzigen..............108 – extra..............142 Werkingsgegevens...........108 –...