Algemene richtlijnen
Schikken
Individuele voedingsmiddelen, b.v.
porties kip of karbonades, moeten zo
in een schaal worden geplaatst dat de
dikkere delen aan de buitenkant zitten.
Ingrediënten
Voedingsmiddelen die vet, suiker of
zout bevatten, worden erg snel warm.
De vulling kan veel heter worden dan
het deeg. Pas op bij het eten. Niet
overmatig verhitten, ook al lijkt het deeg
niet erg heet.
Begintemperatuur
Hoe kouder het voedsel, hoe
langer het duurt om op te warmen.
Het duurt langer om voedsel uit
de koelkast op te warmen dan
voedsel op kamertemperatuur. De
voedseltemperatuur zou voor het koken
tussen 5-8 °C moeten zijn.
Omdraaien en roeren
Sommige voedingsmiddelen moeten
tijdens het koken worden geroerd. Vlees
en gevogelte moeten na de helft van de
kooktijd worden omgedraaid.
Vloeistoffen
Alle vloeistoffen moeten voor, tijdens
en na het verwarmen worden geroerd.
Vooral water moet voor en tijdens
het verwarmen worden geroerd om
eruptie te voorkomen. Verwarm geen
vloeistoffen die al eerder zijn gekookt.
Niet overmatig verhitten.
Voedsel controleren
Het is essentieel om voedsel tijdens
en na een aanbevolen kooktijd
te controleren, zelfs indien een
automatisch programma is gebruikt
(net zoals u voedsel zou controleren dat
in een conventionele oven is gekookt).
Zet het voedsel indien nodig terug in de
oven voor verdere bereiding.
Reiniging
Omdat magnetrons op voedseldeeltjes
inwerken, moet u uw oven altijd schoon
houden. Hardnekkige etensresten
kunnen worden verwijderd door een
ovenreiniger van een goed merk te
gebruiken, en deze op een zachte doek
te spuiten. Veeg de oven na het reinigen
altijd droog. Vermijd plastic onderdelen
en het gebied rondom de deur. Niet
rechtstreeks in de ovenruimte spuiten.
- NL 28 -