HSA-SYSTEEM (Hill Start Assist)
(Ondersteuning bij wegrijden op een
helling)
Dit systeem is geïntegreerd in het
ESC-systeem en assisteert de
bestuurder bij het wegrijden op hellingen
in de volgende gevallen:
op een helling - als het voertuig auto
stilstaat op een weg met een
hellingsgraad van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal en
de versnellingsbak in de vrijstand of met
ingeschakelde versnelling (andere dan
achteruit);
op een afdaling: als de auto stilstaat
op een weg met een hellingsgraad van
meer dan 5% met draaiende motor,
ingetrapt rempedaal en ingeschakelde
achteruitversnelling.
Tijdens het wegrijden houdt de
regeleenheid van het ESC-systeem de
wielen geremd, totdat het nodige
motorkoppel is bereikt om te kunnen
wegrijden, of in ieder geval maximaal
2 seconden, zodat de bestuurder de tijd
heeft om de rechtervoet van het
rempedaal naar het gaspedaal te
verplaatsen.
Als na twee seconden niet wordt
weggereden, wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld en wordt de
remdruk geleidelijk gereduceerd. Tijdens
deze fase kan een typisch mechanisch
78
remgeluid gehoord worden, wat aangeeft
dat de auto zich begint te verplaatsen.
50) 51)
AST-SYSTEEM (Alfa™ Steering Torque)
52)
De AST-functie gebruikt de integratie
van het ESC-systeem in de elektrische
stuurbekrachtiging om het
veiligheidsniveau van het hele voertuig te
verhogen.
In kritieke situaties (remmen in
verschillende gripomstandigheden),
regelt het ESC-systeem via de
AST-functie de besturing om een
aanvullende koppelverdeling te
implementeren op het stuurwiel, om de
bestuurder de meest correcte
manoeuvre voor te stellen.
De gecoördineerde actie van de remmen
en de stuurinrichting verhoogt het gevoel
van veiligheid en controle over het
voertuig.
HDC-SYSTEEM (Hill Descent Control)
(indien aanwezig)
Deze functie, voor de versies die hiermee
zijn uitgerust, maakt integraal deel uit
van het ESC-systeem en is bedoeld om
het voertuig op een constante snelheid te
houden bij het afrijden van een helling,
door op autonome en gedifferentieerde
wijze te werken op alle remmen.
Op die manier zijn de stabiliteit van het
voertuig en de afdaling in volledig veilige
omstandigheden gegarandeerd, met
name in omstandigheden van weinig grip
en grote hellingsverschillen.
Het systeem kan in drie verschillende
modus staan:
Uit: het systeem is uitgeschakeld;
Ingeschakeld: het systeem is
ingeschakeld en klaar om in werking te
treden wanneer aan de
activeringsvoorwaarden is voldaan;
Actief: het systeem regelt actief de
snelheid van het voertuig.
Systeem inschakelen
Om het systeem in te schakelen op knop
fig. 55 drukken.
55
Het systeem treedt in werking bij een
voertuigsnelheid die lager is dan
30 km/h. Het systeem blijft actief tot
wanneer het voertuig een snelheid van
06006V0001EM