een storing in het systeem is, knippert de
led ongeveer 5 seconden, daarna blijft hij
permanent branden.
Wanneer de startinrichting op AAN wordt
gezet, slaat het Park Sensors-systeem de
laatste status toen de motor werd
afgezet (in- of uitgeschakeld) op in het
geheugen.
Systeem in-/uitschakelen
Wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld en het systeem geactiveerd
is, worden zowel de sensoren aan de
voorkant als aan de achterkant
geactiveerd (indien aanwezig).
Als een andere versnelling is
ingeschakeld, worden de sensoren aan de
achterkant uitgeschakeld, terwijl de
sensoren aan de voorkant (indien
aanwezig) actief blijven tot 15 km/h
wordt overschreden.
Werking met een aanhanger
De werking van de achterste sensoren
wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de connector van de aanhanger
in de stekkerdoos van de trekhaak van
het voertuig wordt gestoken, terwijl de
sensoren aan de voorkant (indien
aanwezig) ingeschakeld blijven en
akoestische en visuele waarschuwingen
kunnen geven.
De sensoren achter worden automatisch
138
weer ingeschakeld zodra de connector
van de aanhangerkabel verwijderd wordt.
Algemene waarschuwingen
De volgende omstandigheden kunnen de
werking van het parkeersysteem
beïnvloeden:
verminderde gevoeligheid van de
sensoren en vermindering van de
prestaties van het parkeerhulpsysteem
kunnen te wijten zijn aan de aanwezigheid
van ijs, sneeuw, modder, dikke verf op het
oppervlak van de sensoren;
de sensoren kunnen een niet-bestaand
voorwerp detecteren ("echo-
interferentie) dat te wijten is aan
mechanische interferentie, bijvoorbeeld
tijdens het wassen van het voertuig, in
geval van regen (sterke wind), hagel;
de door de sensor verzonden signalen
kunnen ook gewijzigd worden door
ultrasoonsystemen (bijv. pneumatisch
remsysteem van vrachtwagens of
pneumatische hamers) in de buurt van
het voertuig;
de prestaties van het
parkeerhulpsysteem kan tevens
beïnvloed worden door de plaats van de
sensoren, bijvoorbeeld wegens een
verandering in de geometrie (door
slijtage van de schokdempers,
wielophanging) of als de banden
verwisseld worden, de auto te zwaar
beladen is, of speciale afstellingen
worden uitgevoerd die de auto lager
zetten;
de aanwezigheid van een trekhaak
zonder aanhanger, die kan interfereren
met de juiste werking van de
parkeersensoren. Alvorens het Park
Sensors-systeem te gebruiken, wordt
geadviseerd de afneembare trekhaak te
verwijderen wanneer dit niet gebruikt
wordt voor trekwerkzaamheden. Het niet
in acht nemen van dit voorschrift kan
leiden tot persoonlijk letsel of schade aan
voertuigen of obstakels aangezien,
wanneer het permanente geluidssignaal
klinkt, de kogel van de trekhaak zich veel
dichter bij het obstakel bevindt dan de
achterbumper. Als de trekhaak
gemonteerd moet blijven, ook als er geen
aanhanger is, wordt geadviseerd zich tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk te
wenden om het systeem Park Sensors te
laten bijstellen, aangezien de trekhaak
door de middelste sensoren als een
obstakel gedetecteerd kan worden.
de aanwezigheid van stickers op de
sensoren. Zorg er dus voor dat er geen
stickers op de sensoren worden
aangebracht.