BIJVULLEN ADDITIEF VOOR
DIESELUITSTOOT AdBlue®
(alleen uitvoeringen 2.2 JTD)
125)
Voorwaarden
AdBlue® bevriest bij een temperatuur
onder de -11 °C: wanneer het voertuig
langdurig bij een dergelijke temperatuur
heeft stilgestaan, zou het bijvullen
moeilijk kunnen zijn. Daarom wordt
aangeraden om het voertuig naar een
garage en/of verwarmde omgeving te
brengen en te wachten tot de AdBlue®
weer vloeibaar wordt voordat er wordt
bijgevuld.
Ga als volgt te werk:
parkeer het voertuig op een vlakke
ondergrond;
zet de motor uit door het
start-/contactslot naar STOP draaien;
open het tankluikje 1 fig. 115, draai
vervolgens tankdop 3 (blauw) van de
vulopening voor AdBlue® los en plaats
hem in de daarvoor bestemde zitting 4.
Bijvullen met tankpistool
Bijvullen is toegestaan bij elke
distributeur van AdBlue®.
Ga als volgt te werk:
plaats het tankpistool van de AdBlue®
in de vulopening en begin te tanken; bij
het optreden van de eerste klik moet de
afgifte gestopt worden (de klik geeft aan
dat de AdBlue®-tank vol is). Ga niet verder
met het bijvullen, om morsen van AdBlue®
te voorkomen;
verwijder het pistool.
Bijvullen met jerrycans
Ga als volgt te werk:
controleer de houdbaarheidsdatum;
lees de gebruiksaanwijzingen op het
etiket alvorens de inhoud van de jerrycan
in de AdBlue®-tank te gieten;
in geval van bijvullen door middel van
systemen die niet vastgeschroefd
kunnen worden(bijv. jerrycans), moet de
AdBlue®-tank, na de weergave op het
display van het instrumentenpaneel (zie
paragraaf "Lampjes en berichten" van
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel") worden gevuld
worden met minimaal 5 liter vloeistof;
in geval er recipiënten worden
gebruikt die op de vulopening kunnen
worden vastgeschroefd, moet de tank als
vol worden beschouwd wanneer het
niveau van AdBlue® in het recipiënt niet
verder daalt. Ga niet verder.
Handelingen aan het einde van het
bijvullen
Ga als volgt te werk:
plaats tankdop 3 fig. 115 terug op de
vulopening van de AdBlue®-tank door hem
rechtsom volledig dicht te draaien;
draai het start-/contactslot naar stand
ON (het is niet nodig om de motor te
starten);
wacht tot de melding op het display
van het instrumentenpaneel verdwenen
is alvorens het voertuig in beweging te
brengen. De melding kan van enkele
seconden tot ongeveer een halve minuut
nog weergegeven blijven. Wanneer de
motor gestart wordt en het voertuig in
beweging gebracht wordt, blijft de
melding langere tijd weergegeven,
overigens zonder van invloed te zijn op de
werking van de motor;
raadpleeg voor het vullen van een lege
AdBlue®-tank paragraaf "Bijvullen" van
hoofdstuk "Technische gegevens"; wacht
2 minuten alvorens de motor te starten.
BELANGRIJK Mocht er AdBlue® buiten de
vulopening worden gemorst, maak de
zone dan goed schoon en ga dan verder
met bijvullen. Indien de vloeistof
gekristalliseerd is, verwijder dan met een
spons en warm water.
LET OP
OVERSCHRIJDT HET MAXIMALE PEIL
NIET: dit kan beschadiging van de tank
veroorzaken. AdBlue® bevriest onder de
-11 ° C. Ook al is het systeem
ontworpen om te functioneren onder
het vriespunt van de AdBlue®, is het
raadzaam om de tank niet voorbij het
maximale peil te vullen omdat het
143