WERKWIJZES ELEKTRISCHE
PARKEERREM
De elektrische parkeerrem kan op de
volgende manier werken:
"Dynamisch": deze modus wordt
geactiveerd door tijdens het rijden
continu aan de schakelaar te trekken;
"Statisch en losgelaten": bij stilstaand
voertuig kan de elektrische parkeerrem
worden ingeschakeld door een enkele
keer aan de schakelaar op de centrale
console te trekken. Druk daarentegen op
de schakelaar en trap tegelijkertijd het
rempedaal in om de rem uit te schakelen;
"Drive Away Release" (indien
aanwezig): de elektrische parkeerrem
wordt automatisch uitgeschakeld als de
veiligheidsgordel aan de
bestuurderszijde is vastgezet en wordt
waargenomen dat de bestuurder op het
punt staat om het voertuig te verplaatsen
(voor- of achteruit);
OPMERKING Indien het voertuig
uitgerust is met koolstofkeramische
remmen, dan moet men alvorens de
"Drive Away Release" modus te gebruiken
en het voertuig in beweging te zetten, de
veiligheidsgordels aandoen of de
parkeerrem manueel ontgrendelen om
schade aan de koolstofkeramische
remmen te voorkomen.
"Safe Hold": wanneer de
voertuigsnelheid lager is dan 3 km/h, de
versnellingspook niet in P (Parkeren)
staat en de intentie van de bestuurder om
het voertuig te verlaten wordt
gedetecteerd, wordt de elektrische
parkeerrem automatisch ingeschakeld
zodat het voertuig in veilige
omstandigheden verkeert;
"Auto Park Brake": indien de
voertuigsnelheid lager is dan 3 km/h, zal
de elektrische parkeerrem wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de
versnellingspook in de P (Parkeer) positie
is. De LED op de schakelaar op de
tunnelconsole fig. 94 gaat tegelijk
branden met het lampje
op het
instrumentenpaneel wanneer de
parkeerrem is ingeschakeld en op de
wielen is toegepast. Elke inschakeling van
de automatische parkeerrem kan worden
geannuleerd door het drukken op de
schakelaar op de tunnelconsole en
tegelijkertijd de modus P (parkeren) te
activeren.
SAFE HOLD
Dit is een veiligheidsfunctie die
automatisch de elektrische parkeerrem
inschakelt in het geval van een
omstandigheid die gevaarlijk is voor het
voertuig.
Als:
de voertuigsnelheid is lager is dan
3 km/h;
een andere versnelling dan P
(Parkeren) is geactiveerd;
de veiligheidsgordel van de bestuurder
niet is omgelegd;
het bestuurdersportier open staat;
er geen pogingen om druk uit te
oefenen op het rempedaal zijn
gedetecteerd;
het voertuig geparkeerd wordt op een
weg met een hellingsgraad van meer dan
4%;
de elektrische parkeerrem wordt
automatisch ingeschakeld om beweging
van het voertuig te voorkomen.
De functie Safe Hold kan tijdelijk worden
uitgeschakeld door de schakelaar op de
middenconsole in te drukken en
tegelijkertijd het rempedaal in te
trappen, als het voertuig stilstaat en het
bestuurdersportier geopend is.
Eenmaal uitgeschakeld zal de functie
weer ingeschakeld worden zodra de
voertuigsnelheid 20 km/h bereikt of
wanneer de startinrichting naar STOP en
daarna naar AAN wordt gezet.
121