of de startinrichting uitgeschakeld is.
BELANGRIJK Indien de hulpaccu
geïnstalleerd is op een ander voertuig,
controleren of er geen onbedoeld
contact is van metalen onderdelen
tussen de twee voertuigen, aangezien dit
kan leiden tot kortsluiting naar massa,
met het risico van ernstig letsel aan
mensen die in de buurt staan.
BELANGRIJK Het verkeerd uitvoeren van
onderstaande procedure kan leiden tot
ernstige letsel bij mensen of schade aan
het laadsysteem van één of beide
voertuigen. Volg de onderstaande
instructies nauwkeurig op.
Kabels aansluiten
62)
Ga als volgt te werk om de auto te
starten met een hulpaccu:
sluit een terminal aan het einde van de
positieve kabel aan vanaf de afstands-
positieve pool (+) van de auto met lege
accu;
sluit de terminal aan op het
tegenoverliggende uiteinde van de
positieve (+) kabel naar de positieve (+)
pool van de hulpaccu;
sluit een negatieve kabeleindterminal
aan op de negatieve (-) pool van de
hulpaccu;
sluit de terminal aan op het
tegenovergestelde uiteinde van de
negatieve (-) kabel naar het aardepunt (-)
op het voertuig met de lege accu;
start de motor van de auto met een
hulpaccu, laat deze enkele minuten
stationair draaien en start dan de motor
van de auto met lege accu. In het geval
dat een draagbare accu wordt gebruikt,
wacht enkele secondenna het voltooien
van de aansluiting, voordat u het voertuig
start.
Kabels loskoppelen
Zodra de motor is gestart, verwijder de
aansluitingskabels in omgekeerde
volgorde, zoals hieronder getoond:
sluit de negatieve kabel eindterminal
(-) af van het aardepunt (-) van de auto
met lege accu;
sluit de terminal aan op het
tegenoverliggende uiteinde van de
negatieve (-) pool van de hulpaccu;
sluit de terminal aan op het
tegenoverliggende uiteinde van de
positieve (+) kabel van de positieve (+)
pool van de hulpaccu;
sluit de terminal af aan het einde van
de positieve kabel vanaf de afstands-
positieve pool (+) van de auto met lege
accu.
BELANGRIJK
160) Kom niet te dicht bij de koelventilator
van de radiateur: de elektrische ventilator
kan inschakelen; gevaar voor verwondingen.
Let op voor sjaals, stropdassen en wijde
kleding: gevaar op meesleping door
bewegende onderdelen.
161) Verwijder alle metalen voorwerpen
(bijv. ringen, horloges, armbanden), die
zouden kunnen leiden tot een onbedoeld
elektrisch contact en daardoor ernstig
letsel.
162) De batterijen bevatten een zuur dat de
huid of de ogen kan verbranden. Accu's
produceren waterstof, dat uiterst brandbaar
en explosief is. Houd ze daarom uit de buurt
van vlammen of apparaten die vonken
kunnen afgeven.
BELANGRIJK
61) Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de
ontsteking en de brandstoftoevoer.
62) Verbind de startkabel niet met de
minpool (–) van de lege accu. De afgegeven
vonk kan explosie van de accu tot gevolg
hebben en ernstige schade veroorzaken.
Gebruik alleen het specifieke massapunt;
gebruik geen andere blootgestelde metalen
onderdelen.
179