EEN LAMP VERVANGEN
129) 130) 131) 132)
55)
ALGEMENE INSTRUCTIES
Controleer, alvorens een lamp te
vervangen, of de contacten zijn
geoxideerd;
vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
controleer na vervanging van een
gloeilamp van de koplamp altijd of de
koplampafstelling goed is;
controleer voorafgaand aan de
vervanging van een niet-functionerende
lamp of de bijbehorende zekering intact
is: zie voor de locatie van de zekeringen
paragraaf "Zekeringen vervangen" in dit
hoofdstuk.
BELANGRIJK Onder bepaalde
klimatologische omstandigheden, zoals
lage temperatuur, vochtigheid of na een
wasbeurt, kan zich een klein laagje
condens vormen aan de binnenkant van
de koplampen en achterlichten. Dit is
geen defect maar een natuurlijk
verschijnsel dat veroorzaakt wordt door
het verschil van temperatuur- en
luchtvochtigheid tussen de binnen- en
buitenzijde van het glas, en dat geen
negatieve invloed heeft op de normale
werking van de lichten. De condens zal
tijdens het normale gebruik verdwijnen.
159