Stuursysteem
Controleer met de hulp van een twee-
de persoon of het stuursysteem vlot
beweegt. Wanneer het stuur hori-
zontaal staat, moeten de jetstraalbui-
zen recht vooruit wijzen. Controleer
of de jetstraalbuizen vlot mee bewe-
gen met het stuur.
WAARSHUWING
Controleer de werking van het
stuur en de bijbehorende stuur-
straalbuizen alvorens de motoren
te starten.
Gashendels
200 Speedster en
220 Islandia SE modellen
Controleer of de gashendels vlot be-
wegen.
WAARSHUWING
Controleer de werking van de gas-
hendels voordat u de motoren
start.
Gas/schakelhendel
Controleer of de achteruitvaarklep vlot
beweegt. Met de schakelhendel in
vooruit moeten de kleppen naar boven
staan en weerstand bieden wanneer u
ze naar beneden trekt. Met de scha-
kelhendel in vrijloop moeten de klep-
pen in de middenstand staan. Met de
schakelhendel in achteruit moeten de
kleppen naar beneden staan.
WAARSHUWING
Controleer de vergrendeling van
de achteruitvaarkleppen
Om de vergrendeling van de achteruit-
vaarkleppen te controleren, schakelt u
in VOORUIT.
Trek de achteruitvaarklep aan stuur-
boord achteruit.
De vergrendeling van de achteruitvaar-
klep werkt wanneer de achteruitvaar-
klep omhoog blijft staan.
LET OP: Als de achteruitvaarklep
niet omhoog blijft staan wanneer u
in VOORUIT schakelt, vaar dan niet
meer met uw boot maar raadpleeg
een erkend Sea-Doo sportboot-dea-
ler.
Werking DESS-contact en
start/stopknoppen
Controleer of de schakelaars goed
werken. Start en stop elke motor met
behulp van elke schakelaar individu-
eel.
Vallen de motoren niet stil wan-
neer de start/stopknoppen worden
ingedrukt of de DESS-sleutel uit
het DESS-contact wordt getrok-
ken, gebruik uw sportboot dan
niet meer, maar raadpleeg een er-
kend Sea-Doo sportboot-dealer.
Start de boot pas nadat alle on-
derdelen werden nagekeken en
correct werken.
Deksels bergvakken
Controleer of ze gesloten en vergren-
deld zijn.
_____________________
WAARSHUWING
111