Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels
1.
Controleer of de router (access point) correct werkt.
2.
Zorg dat de optionele USB-adapter voor draadloos LAN is aangesloten op het
apparaat en dat de draadloze (Wi-Fi) verbinding is ingeschakeld.
3.
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen].
4.
Druk op de toets [ ] of [ ] om [Network Wizard] te selecteren. Druk vervolgens op
de toets [OK].
5.
Druk op de toets [ ] of [ ] om [Draadloos (Wi-Fi)] te selecteren. Druk vervolgens op
de toets [OK].
6.
Druk op de toets [ ] of [ ] om de SSID van de router (access point) te selecteren in
de gevonden SSID-lijst. Druk vervolgens op de toets [OK].
7.
Voer de coderingssleutel met de cijfertoetsen in en druk dan op de toets [OK].
In de wachtwoordzin kunt u ofwel 8 tot 63 ASCII-tekens (0x20-0x7e) ofwel 64
hexadecimale cijfers (0-9, A-F, a-f) invullen.
8.
Druk op de toets [OK].
Nadat verbinding met het netwerk gemaakt is, wordt het menuscherm weergegeven.
9.
Controleer het resultaat.
• De verbinding is geslaagd:
"Verbinding geslaagd." wordt weergegeven.
• De verbinding is mislukt:
"Verbinding mislukt." wordt weergegeven.
Controleer de configuratie voor de router (access point) en probeer opnieuw verbinding te
maken.
10.
Druk op de toets [ ] of [ ] om [Setup afsluiten] te selecteren. Druk vervolgens op
de toets [OK].
11.
Druk op de toets [ ] of [ ] om te selecteren of het menu [Network Wizard] moet
worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt. Druk vervolgens op de
toets [OK].
12.
U heeft de configuratie van de draadloze (Wi-Fi) instellingen voltooid.
Met behulp van de knop WPS
U heeft een router (access point) nodig om verbinding te maken.
Voordat u de volgende procedure uitvoert, moet u het printerstuurprogramma installeren volgens de
procedure in Pag. 485 "Het printerstuurprogramma installeren".
Zorg ervoor dat de ethernetkabel van het apparaat is ontkoppeld.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk
493