Item
Snelkeuzenummer/
Verkort kiesnummer
Naam
Faxnummer
• Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en
spatie.
• Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de
cijfers na de pauze kiest. U kunt de pauzetijd bepalen via de instelling [Pauzetijd] onder
[Overdrachtsinstell.]. Voor meer informatie over [Pauzetijd], zie Pag. 266 "Instellingen
faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)".
• Voor meer informatie over Web Image Monitor raadpleegt u Pag. 359 "Het apparaat
configureren met hulpprogramma's".
• Om toondiensten op een kiestoonlijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. " "
verandert de modus tijdelijk van pulstoon naar kiestoon.
• Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat
het externelijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-toegangsnummer] voor het faxnummer. Voor
meer informatie over [PBX-toegangsnummer], zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen
(bij gebruik van het model met touchscreen)".
Faxbestemmingen aanpassen
1.
Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in
te vullen.
Instelling
Selecteer het nummer waaraan u een
Vereist
snelkeuzebestemming of een verkorte bestemming wilt
toewijzen.
Naam van de bestemming. De naam die u hier
Optioneel
opgeeft, wordt weergegeven op het scherm als u een
faxbestemming selecteert. Kan tot 20 tekens bevatten.
Faxnummer van de bestemming. Kan tot 40 tekens
bevatten.
Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is
aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat het
Vereist
externelijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-
toegangsnummer] voor het faxnummer. Voor meer
informatie over [PBX-toegangsnummer], zie Pag. 295
"Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van
het model met touchscreen)".
Faxbestemmingen registreren
Beschrijving
215