5. Originelen scannen
• U kunt de standaardinstelling [Dichtheid] van het apparaat zo instellen dat alle scans worden
gemaakt met een bepaald belichtingsniveau. Voor meer informatie, zie Pag. 263 "Instellingen
scannereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 321 "Instellingen
scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)".
• Tijdelijke taakinstellingen worden in de volgende gevallen gewist:
• Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Systeemresettimer] of
[Automatische reset systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven. Voor meer
informatie, zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met
touchscreen)" of Pag. 341 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model
met LCD-scherm van 4 regels)".
• Als er op de toets [Wis/Stop] wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
• Als de modus van het apparaat wordt veranderd.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld.
• Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
Resolutie opgeven
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de scanresolutie voor de huidige taak kunt opgeven.
Er zijn zes instellingen voor de resolutie. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter
het bestand.
Bij gebruik van het model met touchscreen
1.
Druk op de toets [Home].
2.
Druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm.
3.
Druk op [Scaninstell.].
4.
Druk op [Resolutie...].
5.
Selecteer de gewenste resolutie en druk vervolgens op [OK].
204
DYG322