8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's
• Op dit tabblad kunt u de toegangscode wijzigen.
Tabblad IPv6, Netwerk 1, Netwerk 2 en Netwerk 3
• Hier kunt u de netwerkverbindingen en -communicatie configureren.
• Op dit tabblad zijn de volgende bewerkingen mogelijk:
• De printernaam, het actieve protocol en andere printerinformatie controleren
• Interface-instellingen configureren, inclusief de time-outinstelling en protocolinstellingen
• TCP/IP-verbindingen controleren of instellen
• SMTP-, SNMP- en IPsec-instellingen controleren of configureren
• De instellingen voor meldingen controleren of configureren
Tabblad Draadloos
• Hier kunt u verbindingen met draadloze LAN-netwerken en communicatie configureren.
• Op het tabblad zijn de volgende bewerkingen mogelijk:
• De status van het draadloos LAN controleren
• Handmatig verbinding maken met het draadloos LAN
Tabblad Printer
• Hier kunt u de printer configureren.
Tabblad @Remote
• Hier kunt u de instellingen van de proxyserver configureren om de @Remote-service te
gebruiken en vervolgens het apparaat bij de service registreren.
De configuratiepagina afdrukken
1.
In het menu [Start] klikt u op [SP 330_3710_Series_Software Utilities].
2.
Klik op [Smart Organizing Monitor voor SP 330 3710-serie].
3.
Als het apparaat dat u gebruikt niet is geselecteerd, klik dan op [Printer verbinden] en
voer een van de volgende handelingen uit:
• Selecteer het model van het apparaat.
• Voer het IP-adres van het apparaat handmatig in.
• Klik op [Netw.printer zoeken] om het apparaat via het netwerk te zoeken.
4.
Klik op [OK].
5.
Selecteer [Lijst/Proefafdr] in de lijst [Configuratiepagina] op het tabblad [Gebr.tools].
6.
Klik op [Afdr.].
404