8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's
Item
Hoogte
Tabblad Certificaat
U kunt de volgende twee soorten certificaten op dit apparaat gebruiken:
• Certificaten die zijn aangemaakt door het apparaat.
• Certificaten die zijn uitgegeven door certificeringsinstanties.
U kunt slechts één certificaat op het apparaat installeren.
Als u [Nieuw zelfondertekend certificaat aanmaken], [Certificaataanvraag aanmaken], [Certificaat
installeren] of [Certificaat en persoonlijke sleutel importeren] uitvoert, wordt het bestaande certificaat op
het apparaat verwijderd.
Volg de onderstaande procedure om items in te stellen.
1. Controleer het item dat u wilt instellen.
2. Voer het wachtwoord in als dat nodig is.
3. Klik op [Volgende].
Certificaat
Item
Nieuw zelfondertekend
certificaat aanmaken
Certificaataanvraag
aanmaken
Certificaat installeren
Certificaat en
persoonlijke sleutel
importeren
388
Voer hier de hoogte van de locatie van het apparaat in.
Selecteer dit item om een nieuw zelfondertekend certificaat aan te maken.
Selecteer dit item om de certificeringsinstantie om een nieuw certificaat te
vragen. U kunt een via deze instelling aangemaakt certificaat indienen bij
de certificeringsinstantie. Let op dat u een certificaat niet rechtstreeks via
Web Image Monitor bij de certificeringsinstantie kunt indienen.
Selecteer dit item om het certificaat te installeren dat is uitgegeven door de
certificeringsinstantie.
Selecteer dit item om het certificaat te installeren dat door het apparaat is
aangemaakt.
U kunt certificaten gebruiken die de volgende indelingen hebben:
• PEM
• PKCS12
Beschrijving
Beschrijving