5. Originelen scannen
8.
Voer de breedte in en druk vervolgens op [OK].
9.
Druk op [Lengte instellen...].
10.
Voer de lengte in en druk vervolgens op [OK].
11.
Controleer of het door u ingevoerde scanformaat wordt weergegeven en druk op
[OK].
Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels
1.
Druk op [Scanform].
Gereed
Adres opgeven
3 0 0 x 3 0 0 d p i
Sc an fo r m
2.
Druk op [ ] of [ ] om het formaat van het origineel te selecteren en druk vervolgens
op de [OK]-knop.
Als u iets anders heeft geselecteerd dan [Ang.fr], hoeft u de verdere stappen van de
procedure niet uit te voeren.
3.
Druk op de toets [ ] of [ ] om [mm] of [inch] te selecteren. Druk vervolgens op de
toets [OK].
4.
Voer de breedte met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop.
Om een komma in te voeren, drukt u op [ ].
5.
Voer de lengte met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Om een komma in te voeren, drukt u op [ ].
• U kunt de standaardinstelling [Scanformaat] van het apparaat zo instellen dat alle originelen
worden gescand met een bepaald scanformaat. Voor meer informatie, zie Pag. 263 "Instellingen
scannereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 321 "Instellingen
scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)".
• Tijdelijke taakinstellingen worden in de volgende gevallen gewist:
• Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Systeemresettimer] of
[Automatische reset systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven. Voor meer
informatie, zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met
touchscreen)" of Pag. 341 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model
met LCD-scherm van 4 regels)".
• Als er op de toets [Wis/Stop] wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
• Als de modus van het apparaat wordt veranderd.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld.
202
A4
B e s t e m .