• Geef voor een netwerk dat een DNS-server gebruikt, een computernaam op in [Servicenaam
(vereist)] en de naam van het domein waartoe de computer behoort in [Domein (optie)].
Configureer in dit geval ook de instellingen die betrekking hebben op de DNS via Web Image
Monitor.
• De bestemming voor Scannen naar map moet op een computer met één van de volgende
besturingssystemen staan: Windows Vista/7/8.1/10, Windows Server 2008/2008
R2/2012/2012 R2/2016, of OS X 10,10 of later.
• Scanbestemmingen kunnen niet met het bedieningspaneel worden geregistreerd.
Scanbestemmingen wijzigen
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u informatie van geregistreerde bestemmingen kunt wijzigen.
1.
Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in
te vullen.
2.
Klik op [Scanbestemming].
3.
Klik op het tabblad [E-mailadres], [FTP] of [Map].
4.
Selecteer de vermelding die u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Wijzigen].
5.
Wijzig de instellingen indien nodig.
6.
Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in.
7.
Klik op [Toepassen].
8.
Sluit de internetbrowser.
• U kunt een ingevoerde snelkeuze van de pagina [Snelkeuzebestemming] verwijderen. Selecteer
daarvoor de gewenste vermelding, klik op [Verwijderen] en klik vervolgens nogmaals op
[Toepassen] op de bevestigingspagina.
• Als u het model met het touchscreen gebruikt, waarschuwt het apparaat u als de bestemming die u
wilt wijzigen, is ingesteld als doorstuurbestemming voor ontvangen faxen. Voor meer informatie
over de instellingen voor het doorsturen van faxen, zie Pag. 370 "Tabblad Fax (alleen bij gebruik
van het model met touchscreen)".
Scanbestemmingen verwijderen
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u geregistreerde bestemmingen kunt verwijderen.
1.
Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres ervan in
te vullen.
2.
Klik op [Scanbestemming].
Scanbestemmingen registreren
159