Inhoudsopgave
Advertenties
6. Een fax verzenden en ontvangen
[Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over de origineelinstellingen van een fax, zie Pag. 266
"Instellingen faxeigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)".
1.
Druk op de toets [Home].
2.
Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm.
3.
Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
Om de originelen te plaatsen, zie Pag. 95 "Originelen plaatsen".
4.
Selecteer [Adresboek], [Handm. invoer] of [Opnw kiezen].
Als u [Opnw kiezen] selecteert, controleert u de bestemming en gaat u door met stap 7.
5.
Voer het faxnummer (maximaal 40 tekens) in of geef een bestemming op.
• Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 48 "Tekens invoeren (bij gebruik
van het model met touchscreen)".
• Voor meer informatie over het opgeven van bestemmingen, zie Pag. 224 "De faxbestemming
opgeven".
• Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is aangesloten, dient u ervoor te zorgen
dat het externelijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-toegangsnummer] voor het
faxnummer. Voor meer informatie over [PBX-toegangsnummer], zie Pag. 295 "Instellingen
beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met touchscreen)".
6.
Druk op [OK].
220
DYG322
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
