6.
Controleer of de resolutie die u heeft ingevoerd wordt weergegeven en druk op
[OK].
Bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels
1.
Druk op de toets [Afbeeldingskwaliteit].
2.
Druk op de toets [ ], [ ], [ ] of [ ] om de gewenste resolutie te selecteren en druk
vervolgens op de toets [OK].
• U kunt de standaardinstelling [Resolutie] van het apparaat zo instellen dat er altijd wordt gescand
met een bepaald resolutieniveau. Voor meer informatie, zie Pag. 263 "Instellingen
scannereigenschappen (bij gebruik van het model met touchscreen)" of Pag. 321 "Instellingen
scannereigenschappen (bij gebruik van het model met LCD-scherm van 4 regels)".
• Tijdelijke taakinstellingen worden in de volgende gevallen gewist:
• Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Systeemresettimer] of
[Automatische reset systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven. Voor meer
informatie, zie Pag. 295 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model met
touchscreen)" of Pag. 341 "Instellingen beheerderstoepassingen (bij gebruik van het model
met LCD-scherm van 4 regels)".
• Als er op de toets [Wis/Stop] wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
• Als de modus van het apparaat wordt veranderd.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld.
• Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
Scaninstellingen opgeven voor het scannen
DYG323
205