OPNAMESTAND
BEELDGROOTTE
De beeldgrootte is bepalend voor het aantal pixels dat het beeld bevat. Hoe groter de maat, des te
groter is ook het beeldbestand. Kies de beeldgrootte op basis van de toepassing van het uiteindelijke
beeld. Voor een hoge printkwaliteit en grote formaten hebt u grote bestanden nodig, voor
webtoepassingen volstaan kleine.
De beeldgrootte moet voor de opname worden gekozen. De veranderde instelling is te zien op het
datascherm en in de zoeker/monitor. De beeldgrootte moet handmatig worden ingesteld.
Kijk bij navigatie door het opnamemenu op blz. 78.
Datascherm
OVER DE OPNAMETELLER
De opnameteller geeft aan hoeveel opnamen er bij de huidige instellingen voor beeldgrootte en
-kwaliteit ongeveer op de CompactFlash kaart kunnen worden opgeslagen. Verandert u deze instel-
lingen, dan zal de opnameteller zich aanpassen. De berekening van het resterend aantal opnamen is
gebaseerd op een gemiddelde bestandsgrootte, dus hoeveel opnamen er precies op de kaart gaan
staat niet volkomen vast. Doordat de gemiddelde bestandgrootte niet precies vaststaat kan het aantal
beschikbare opnamen na het opslaan van een foto soms onveranderd blijven of juist met meer dan
één verspringen.
82
EVF en LCD-
monitor
2560
1600
1280
640
Aantal pixels
(hor. X vert.)
2560 X 1920
1600 X 1200
1280 X 960
640 X 480
Beeldgrootte
FULL
UXGA
SXGA
VGA