CAMERAGEVOELIGHEID – ISO
Voor de cameragevoeligheid kunt u kiezen uit vijf instellingen: Auto, 100, 200,
400 en 800. De waarden zijn gebaseerd op ISO-equivalenten. ISO is de
standaard voor filmgevoeligheid; hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de
film. Kijk voor het gebruik van het functiewiel op blz. 44.
In de auto-stand past de camera de gevoeligheid automatisch aan de
lichtomstandigheden aan, tussen ISO 100 en 400. Wordt de flitser ingeschakeld
terwijl de cameragevoeligheid in de auto-stand staat, dan wordt de ISO-waarde ingesteld in het
bereik 100-200 gekozen. Is er een andere dan de auto-stand gekozen, dan verschijnt "ISO" op het
data-scherm en verschijnen "ISO" en de ingestelde waarde in de zoeker/monitor.
Net als bij conventionele fotografie neemt de afbeeldingskwaliteit af als de gevoeligheid hoger wordt.
Bij digitale fotografie neemt de beeldruis toe. Een instelling op ISO 100 geeft de minste ruis, ISO 800
de meeste. Verandering van de ISO-instelling heeft ook gevolgen voor het flitsbereik (blz. 66). Hoe
hoger de ISO-waarde, des te meer ruis.
Een verdubbeling van de ISO-waarde is gelijk aan een verhoging ter waarde van 1 stop of
lichtwaarde (zie blz. 151) en geeft een verdubbeling van de cameragevoeligheid. Een verandering
van 100 naar 800 verhoogt de gevoeligheid met een factor 8 oftewel 3 stops. Met hoge ISO-
instellingen (400, 800) kunt ook bij weinig licht uit de hand fotograferen, zonder dat u een flitser nodig
heeft.
.
Camera-info
Bij het maken van tijdopnamen (blz. 92) kan ruis zich sterker voordoen vanwege de ongebruike-
lijk lange belichtingstijden. Dit doet zich bij ISO 400 en 800 in versterkte mate voor. Bij lange
tijdopnamen van 20 tot 30 seconden geeft een cameragevoeligheid van 100 of 200 uitstekende
resultaten. Bij hogere ISO-instelling leidden kortere tijden (8 - 16 seconden) tot een verminder-
de ruis.
Bij lange tijdopnamen met een hoge ISO-instelling kan de ruis zich duidelijk manifesteren.
65