Advertenties
omgang en bediening van het gereedschap in
onverwachte situaties onmogelijk.
2.5
GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN
ELEKTRISCH GEREEDSCHAP
MET EEN ACCU
•
Laad alleen op met de laders die door de
fabrikant zijn aangegeven. Een lader die geschikt
is voor één type van accu kan tot brandgevaar
leiden wanneer gebruikt met een andere accu.
•
Gebruik elektrisch gereedschap alleen met de
specifiek aangegeven accu. Het gebruik van
andere accu's kan risico op letsel en brandgevaar
veroorzaken.
•
Wanneer u de accu niet gebruikt, houd het
uit de buurt van andere metalen voorwerpen
zoals paperclips, muntstukken, sleutels, nagels,
schroeven of andere kleine metalen voorwerpen
die de twee aansluitklemmen kunnen verbinden.
Het kortsluiten van de aansluitklemmen kan
brandwonden of brand veroorzaken.
•
Bij verkeerd gebruik kan er vloeistof uit de
accu worden gespoten; vermijd elk contact. Als
aanraking met de vloeistof toevallig plaatsvindt,
spoel het af met water. Als vloeistof in de
ogen komt, raadpleeg dan ook een arts. Vloeistof
dat uit de accu wordt uitgespoten kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
•
Gebruik het accupack of het gereedschap niet
NL
als het is beschadigd of aangepast. Beschadigde
of aangepaste batterijen kunnen onvoorzien gedrag
vertonen wat resulteert in brand, EXPLOSIE of
letsel.
•
Stel een accupack of het gereedschap niet
bloot aan vuur of excessieve temperaturen.
Blootstelling aan vuur of een temperatuur boven
130°C kan een explosie veroorzaken.
•
Neem alle laadinstructies in acht en laat
het accupack of het gereedschap niet buiten
het in de gebruiksaanwijzing gespecificeerde
temperatuurbereik, het onjuist laden of bij
temperaturen buiten het gespecificeerde bereik kan
de batterij beschadigen en het risico op brand
vergroten.
2.6
REPARATIE
•
Laat uw elektrisch gereedschap repareren door
een vakbekwame reparateur en alleen met
identieke vervangingsonderdelen. Dit waarborgt
de veiligheid van het elektrisch gereedschap.
•
Voer nooit onderhoud uit aan beschadigde
accupacks, onderhoud aan accupacks mag alleen
worden uitgevoerd door de fabrikant of een
geautoriseerde dienstverlener.
Nederlands
3
VEILIGHEIDSWAARSCHUWIN
GEN VOOR KETTINGZAGEN
•
Houd alle lichaamsonderdelen uit de buurt
van de kettingzaag wanneer deze in werking
is. Voordat u de kettingzaag start, zorg dat
de zaagketting niets aanraakt. Een moment
van onoplettendheid tijdens het gebruik van de
kettingzaag kan verstrikking van uw kleding of
lichaam met de kettingzaag veroorzaken.
•
Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand
op het achterste handvat en uw linkerhand op
het voorste handvat vast. Het vasthouden van de
kettingzaag met een omgekeerde handpositie kan
het risico op persoonlijk letsel vergroten en mag
nooit worden toegepast.
•
Houd de kettingzaag alleen bij de geïsoleerde
handgrepen vast, de zaagketting kan in
aanraking komen met verborgen bedrading.
Zaagkettingen die in contact komen met bedrading
die onder stroom staat, kunnen metalen onderdelen
van de kettingzaag onder stroom zetten en de
gebruiker een elektrische schok geven.
•
Draag oogbescherming. Extra
beschermingsmiddelen voor het gehoor,
het hoofd, de handen, de benen en
de voeten worden aanbevolen. Geschikte
beschermingsmiddelen beperken het risico op
persoonlijk letsel veroorzaakt door rondvliegend
puin of toevallige aanraking van de kettingzaag.
•
Gebruik geen kettingzaag in een boom, op een
ladder, vanaf een dak of een onstabiel oppervlak.
Een kettingzaag op een dergelijke manier bedienen
kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
•
Zorg er altijd voor dat u stevig staat en gebruik
de kettingzaag alleen als u op een vast, veilig
en effen oppervlak staat. Gladde of onstabiele
oppervlakken kunnen leiden tot verlies van het
evenwicht of controle over de kettingzaag.
•
Let op voor terugslag wanneer u een tak onder
spanning afzaagt. Wanneer de spanning in de
houtvezels wordt vrijgegeven kan de tak onder
spanning de bediener raken en/of ervoor zorgen dat
de kettingzaag oncontroleerbaar wordt.
•
Wees uiterst voorzichtig wanneer u kreupelhout
of jonge boompjes zaagt. Het dunne materiaal kan
door de zaagketting worden vastgegrepen en in uw
richting worden geslingerd of u uit balans trekken.
•
Draag de kettingzaag bij het voorste handvat
met de kettingzaag uitgeschakeld en weg van
uw lichaam. Breng altijd de zaaggeleiderhoes
aan wanneer u de kettingzaag transporteert of
opbergt. Een juiste hantering van de kettingzaag
verkleint het risico op een toevallige aanraking van
de bewegende zaagketting.
•
Volg de instructies over smering, spanning
van de ketting en het vervangen van de
kettinggeleider en de ketting. Een verkeerd
382
Advertenties
