NORDAC SK 700E handboek
5.1.7 PosiCon
Zie voor de beschrijving van de parameters P6xx de gebruiksaanwijzing BU 0710. (www.nord.nl)
5.1.8 Informatie
Parameter
Instelwaarde / beschrijving / aanwijzing
P700
Actuele storing
0.0 ... 20.9
Actueel actieve storing. Verdere details vindt u in hoofdstuk 6 Foutmeldingen.
Controlbox:
Parameterbox: De foutmelding wordt in tekst weergegeven, verdere informatie is te vinden onder het
P701
.. - 01
Laatste foutmelding 1...5
...
.. - 05
0.0 ... 20.9
Deze parameter slaat de laatste 5 storingen op. Verdere details in hoofdstuk 6 Foutmelingen.
Met de Controlbox moet de relevante geheugenplaats 1 ...5 (array) worden gekozen en met de
ENTER-toets worden bevestigd om de opgeslagen foutmeldingscode te lezen.
P702
.. - 01
Frequentie laatste foutmelding 1...5
...
.. - 05
-400,0 ... 400,0 Hz
Deze parameter slaat de laatste uitgangsfrequentie op die op het moment van de foutmelding werd
geleverd. De waarden van de laatste 5 foutmeldingen worden opgeslagen.
Met de Controlbox moet de relevante geheugenplaats 1 ...5 (array) worden gekozen en met de
ENTER-toets worden bevestigd om de opgeslagen foutmeldingscode te lezen.
P703
.. - 01
Stroom laatste foutmelding 1...5
...
.. - 05
0,0 ... 500,0 A
Deze parameter slaat de uitgangsstroom op die op het moment van de foutmelding werd geleverd. De
waarden van de laatste 5 foutmeldingen worden opgeslagen.
Met de Controlbox moet de relevante geheugenplaats 1 ...5 (array) worden gekozen en met de
ENTER-toets worden bevestigd om de opgeslagen foutmeldingscode te lezen.
P704
.. - 01
Spanning laatste foutmelding 1...5
...
.. - 05
0 ... 500 V
Deze parameter slaat de uitgangsspanning op die op het moment van de foutmelding werd geleverd.
De waarden van de laatste 5 foutmeldingen worden opgeslagen.
Met de Controlbox moet de relevante geheugenplaats 1 ...5 (array) worden gekozen en met de
ENTER-toets worden bevestigd om de opgeslagen foutmeldingscode te lezen.
P705
.. - 01
Tussenkringspanning laatste foutmelding
...
1...5
.. - 05
0 ... 1000 V
Deze parameter slaat de tussenkringspanning op die op het moment van de foutmelding werd
geleverd. De waarden van de laatste 5 foutmeldingen worden opgeslagen.
Met de Controlbox moet de relevante geheugenplaats 1 ...5 (array) worden gekozen en met de
ENTER-toets worden bevestigd om de opgeslagen foutmeldingscode te lezen.
98
Beschrijving van de individuele foutnummers zijn na te lezen onder de paragraaf
'foutmeldingen'.
paragraaf 'foutmeldingen'.
Technische wijzigingen voorbehouden
Beschikbaar met optie
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
BU 0700 NL-1411