Inhoudsopgave
Advertenties
NORDAC SK 700E handboek
Parameter
Instelwaarde / beschrijving / aanwijzing
P112 (P)
Koppelstroomgrens
25 ... 400/ 401 %
Met deze parameter kan een grenswaarde voor de koppelvormende stroom worden ingesteld. Deze
kan een mechanische overbelasting van de aandrijving verhinderen. Maar kan geen bescherming
[ 401 ]
bieden bij een mechanische blokkade (vastloper). Een slipkoppeling als bescherming is dan
onmisbaar.
De koppelstroomgrens kan eveneens via een analoge ingang traploos worden ingesteld. De maximale
nominale waarde (zie ijking 100%, P403/P408) komt dan overeen met de ingestelde waarde in P112.
De minimum grenswaarde 25% koppelstroom kan ook door een lagere analoge regelwaarde
(P400/405 = 2) niet worden onderschreden (met P300 = 1, niet onder 10%)!
401% = UIT staat voor de uitschakeling van de koppelstroomgrens! Dit is tegelijkertijd de
basisinstelling van de FO.
Aanwijzing:
P113 (P)
Tipfrequentie
-400,0 ... 400,0 Hz
Bij gebruik van de Controlbox of Parameterbox voor de besturing van de FO is de tipfrequentie de
beginwaarde, nadat de vrijgave heeft plaatsgevonden.
[ 0,0 ]
Alternatief kan bij besturing via de stuurklemmen de tipfrequentie via een van de digitale ingangen
worden geactiveerd.
De tipfrequentie kan direct via deze parameter worden ingesteld of wanneer de FO via de
toetsbesturing is vrijgegeven, door het indrukken van de ENTER-toets. De actuele uitgangsfrequentie
wordt in dit geval in parameter P113 overgenomen en staat dan bij een nieuwe start ter beschikking.
Aanwijzing:
P114 (P)
Vertraging motorrem
0 ... 2,50 s
Elektromagnetische remmen hebben een door fysische factoren bepaalde reactietijd bij het lichten van
de rem. Dit kan ertoe leiden dat de motor tegen de nog gesloten rem aanloopt, waardoor de FO uitvalt
[ 0,00 ]
met een foutmelding 'overstroom'.
Met deze reactietijd tijdens het lichten kan rekening worden gehouden via de parameter P114
(rembesturing).
Binnen de instelbare reactietijd levert de FO de ingestelde absolute minimale frequentie (P505) en
voorkomt zo dat de motor tegen de rem aanloopt.
Zie ook de parameter >Reactietijd rem< P107 (instellingsvoorbeeld).
Aanwijzing:
68
bij hefsysteemtoepassingen dient absoluut van een koppelbegrenzing afgezien te
worden en moet de parameter (P112) in zijn fabrieksinstelling gelaten worden!
Instellingen van de nominale waarde via de stuurklemmen, bijvoorbeeld de
tipfrequentie, vaste frequenties of de analoge nominale waarde worden in principe met
de juiste polariteit opgeteld. De ingestelde maximale frequentie (P105) kan daarbij niet
worden overschreden. De minimale frequentie (P104) mag niet worden onderschreden.
Als de reactietijd tijdens het lichten van de rem is ingesteld op "0", geldt P107 als 'tijd
waarin de rem wordt vertraagd en reageert'.
Technische wijzigingen voorbehouden
Als optie beschikbaar
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
BU 0700 NL-1411
Advertenties
Inhoudsopgave
