NORDAC SK 700E Handboek
2.10.7 Elektrische aansluiting besturing
Het type en de wijze van aansluiting van de besturing is direct afhankelijk van de gekozen opties (gebruikersinterface/speciale
uitbreiding). De mogelijke varianten worden omschreven in hoofdstuk. 3.2/3.3.
Op deze pagina vindt u algemene gegevens en informatie over alle gebruikersinterfaces en speciale uitbreidingen.
Aansluitklemmen:
Maximale diameter aansluiting:
Kabel:
Stuurspanningen:
(kortsluitvast)
20
-
Verbinders voor insteekklemmen, worden met een kleine schroevendraaier ontgrendeld.
2
-
1,5 mm
respectievelijk 1,0 mm
-
gescheiden van net-/motorkabels aanleggen en afschermen
-
5V ter voorziening van een incrementele encoder
-
10V, maximaal 10 mA, referentiespanning voor een externe potentiometer
-
15V, van de voeding van de dig. ingangen of van een incrementele of absolute encoder
-
analoge uitgang 0 – 10V, max. 5 mA, bijvoorbeeld voor een extern display
Alle stuurspanningen hebben betrekking op een gezamenlijk
Aanwijzing:
referentiepotentieel (GND).
5V / 15V kan eventueel van meerdere klemmen worden afgenomen. De
som van het stroom is maximaal 300 mA.
Technische wijzigingen voorbehouden
2
, naargelang de optie
BU 0700 NL-1411