Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

nord NORDAC SK 700E Handboek pagina 74

Verberg thumbnails Zie ook voor NORDAC SK 700E:
Inhoudsopgave

Advertenties

NORDAC SK 700E handboek
Parameter
Instelwaarde / beschrijving / aanwijzing
P315 (P)
Veldverzwakkingsregelaar P
0...800 %
Stroomregelaar voor de veldstroom. Hoe hoger de parameters voor de stroomregelaar ingesteld
worden, des te nauwkeuriger wordt de nominale stroomwaarde aangehouden. Te hoge waarden van
[ 200 ]
P315 leiden over het algemeen tot oscillaties met een hogere frequentie bij lage toerentallen.
Daarentegen veroorzaken te hoge waarden van P316 meestal laagfrequente oscillaties over het hele
toerentalbereik. Wanneer bij P315 en P316 de waarde "nul" wordt ingesteld, dan is de
veldverzwakkingsregelaar uitgeschakeld. In dat geval worden alleen de instellingen van het
motormodel gebruikt.
P316 (P)
Veldverzwakkingsregelaar I
0...800 % / ms
I-aandeel van de veldverzwakkingsregelaar. Zie ook P315 >Veldverzwakkingsregelaar P<
[ 125 ]
P317 (P)
Grens veldverzwakkingsregelaar
0...400 V
Legt de maximale spanningsstijging van de veldverzwakkingsregelaar vast. Hoe hoger de waarde, des
te groter is de maximale werking die de veldverzwakkingsregelaar kan uitoefenen. Te hoge waarden
[ 400 ]
van P317 kunnen met name tot instabiliteit bij de overgang naar het veldverzwakkingsbereik leiden (zie
P320). De waarde van P314 en P317 dient altijd ongeveer gelijk ingesteld te zijn, zodat de
veldverzwakkings- en koppelstroomregelaar gelijk begrensd zijn.
P318 (P)
Veldverzwakkingsregelaar P
0...800 %
Door de veldverzwakkingsregelaar wordt de nominale veldwaarde bij het overschrijden van het
synchrone toerental gereduceerd. In het basistoerentalbereik (< knikfrequentie) heeft de
[ 150 ]
veldverzwakkingsregelaar geen functie. Daarom moet de veldverzwakkingsregelaar alleen worden
ingesteld, wanneer toerentallen boven het nominale motortoerental moeten worden gehaald. Te hoge
waarden van P318/P319 leiden tot oscillatie van de regelaar. Bij te kleine waarden en dynamische
acceleratie- en/of deceleratietijden wordt het veld niet voldoende verzwakt. De erachter geplaatste
stroomregelaar kan de nominale stroomwaarde niet meer aansturen.
P319 (P)
Veldverzwakkingsregelaar I
0...800 % / ms
Oefent alleen invloed uit op het veldverzwakkingsbereik, zie P318 >Veldverzwakkingsregelaar P<
[ 20 ]
P320 (P)
Grens veldverzwakkingsregelaar
0...110 %
De grens voor de veldverzwakking legt vast, vanaf welk toerental/welke spanning de regelaar het veld
begint te verzwakken. Bij een ingestelde waarde van 100% begint de regelaar het veld ongeveer bij het
[ 100 ]
synchrone toerental te verzwakken.
Wanneer er bij P314 en/of P317 veel grotere waarden dan de standaardwaarden worden ingesteld,
dan dient de grens voor de veldverzwakking overeenkomstig te worden verlaagd, zodat het regelbereik
daadwerkelijk ter beschikking staat aan de stroomregelaar.
P321 (P)
Verhoging toerentalregelaar I
0... 4
Terwijl de motorrem wordt geschakeld (P107/P114) wordt het I-aandeel van de toerentalregelaar
verhoogd. Dit leidt tot een betere overname van de last, met name bij verticale bewegingen.
[ 0 ]
P325
Functie incrementele encoder
0...4
De actuele toerentalwaarde die door de incrementele encoder aan de FO wordt geleverd, kan voor
verschillende functies in de FO worden gebruikt.
[ 0 ]
0 = toerentalmeting servo: de actuele toerentalmeetwaarde van de motor wordt gebruikt voor de
1 = PID actuele frequentie: de actuele toerentalmeetwaarde van een installatie wordt gebruikt voor
2 = frequentie optellen: het vastgestelde toerental wordt bij de actuele regelwaarde opgeteld.
3 = frequentie aftrekken: het vastgestelde toerental wordt van de actuele regelwaarde afgetrokken.
4 = maximale frequentie: de mogelijke maximale uitgangsfrequentie/toerental wordt door het
74
0 = factor 1
1 = factor 2
2 = factor 4
servo-modus van de FO. In deze functie kan de ISD-regeling niet worden uitgeschakeld.
de toerentalregeling. Met deze functie kan ook een motor met lineaire karakteristiek worden
geregeld. Het is ook mogelijk om een incrementele encoder die niet direct op de motor
gemonteerd is, voor een toerentalregeling te gebruiken. P413 – P416 bepalen de regeling.
toerental van de incrementele decoder beperkt.
Technische wijzigingen voorbehouden
Beschikbaar met optie
3 = factor 8
4 = factor 16
ENC POS
ENC POS
ENC POS
ENC POS
ENC POS
ENC POS
ENC POS
ENC POS
BU 0700 NL-1411

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave