NORDAC SK 700E handboek
Parameter
Instelwaarde / beschrijving / aanwijzing
P426 (P)
Snelstoptijd
Instelling van de deceleratietijd voor de functie 'snelstop', die kan worden geactiveerd via een digitale
0 ...320,00 s
ingang, de busaansturing, het toetsenbord of automatisch in geval van storingen.
[ 0,1 ]
De snelstoptijd is de tijd die de lineaire frequentiereductie vanaf de ingestelde maximale frequentie
of [ 1,0 ]
(P105) tot 0Hz duurt. Wanneer met een regelwaarde <100% wordt gewerkt, wordt de snelstoptijd
lineair korter in overeenstemming met de ingestelde waarde.
P427
Snelstop bij storing
Activering van een automatische snelstop bij storingen
0 ... 3
0 = uit: automatische snelstop bij storing is gedeactiveerd
0 ]
1 = netspanningsuitval: automatisch snelstop bij netspanningsuitval
2 = storing: automatisch snelstop bij storing
3 = netspanningsuitval en storing: automatisch snelstop bij netspanningsuitval en storing
P428 (P)
Automatische start
In standaardinstelling (P428 = 0 Uit) heeft de FO voor de vrijgave een flank (signaalwisseling van
„low high") nodig op de betreffende digitale ingang.
In de instelling Aan 1 reageert de FO op een high niveau.
In enkele gevallen moet de FO meteen bij het inschakelen van het net starten. Daarvoor kan P428 = 1
Aan worden ingesteld. Als het vrijgavesignaal permanent is ingeschakeld of van een draadbrug is
voorzien, start de FO meteen.
Deze functie is alleen mogelijk, wanneer de FO via de digitale ingangen wordt bestuurd. (zie P509)
P429 (P)
Vaste frequentie 1
Instellingen voor de vaste frequentie.
-400 ... 400 Hz
De vaste frequentie wordt na aansturing via een digitale ingang en de vrijgave van de FO (draairichting
[ 0 ]
rechtsom of linksom) als instelwaarde gebruikt.
Een negatieve instelwaarde leidt tot een draairichtingsomkeer (gerelateerd aan de vrijgavedraairichting
P420 – P425).
Als er meerdere vaste frequenties tegelijk worden aangestuurd, worden de afzonderlijke waarden in
overeenstemming met de positieve of negatieve waarde opgeteld. Dit geldt ook voor de combinatie van
de tipfrequentie (P113), de analoge instelwaarde (indien P400 = 1) of de minimale frequentie (P104).
De frequentiegrenzen (P104 = f
Wanneer geen van de digitale ingangen op vrijgave (draairichting rechtsom of linksom) is
geprogrammeerd, leidt een vast frequentiesignaal tot de vrijgave. Een positieve vaste frequentie komt
overeen met een vrijgave rechtsom, een negatieve met een vrijgave linksom.
P430 (P)
Vaste frequentie 2
Functiebeschrijving van de parameter, zie P429 >vaste frequentie 1<
-400 ... 400 Hz
[ 0 ]
P431 (P)
Vaste frequentie 3
Functiebeschrijving van de parameter, zie P429 >vaste frequentie 1<
-400 ... 400 Hz
[ 0 ]
P432 (P)
Vaste frequentie 4
Functiebeschrijving van de parameter, zie P429 >vaste frequentie 1<
-400 ... 400 Hz
[ 0 ]
P433 (P)
Vaste frequentie 5
Functiebeschrijving van de parameter, zie P429 >vaste frequentie 1<
-400 ... 400 Hz
[ 0 ]
84
, P105 = f
min
max
Technische wijzigingen voorbehouden
Beschikbaar met optie
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
Altijd zichtbaar
BSC STD
) kunnen niet worden over- of onderschreden.
BSC STD
BSC STD
BSC STD
BSC STD
MLT
BUS
MLT
BUS
MLT
BUS
MLT
BUS
MLT
BUS
BU 0700 NL-1411