Basisbedrijf
Waarde
17
Selectie van lokale
bediening of
afstandsbediening
19
Noodstopfout (NO)
20
Noodstopalarm (NO)
21
Noodstopfout (NC)
22
Noodstopalarm (NC)
34
Up-/down-commando
!
Bedrijf in tweedraadsfasevolgorde (n36 = 2)
• De
frequentieregelaar
ingangsparameter op 2 (achterwaarts/stop) te zetten.
• In onderstaand schema wordt een bedradingsvoorbeeld getoond van de klemmen in
tweedraadsfasevolgorde.
Voorwaarts-schakelaar
Achterwaarts-schakelaar
Functie
ON: Lokale mode (bediend met de digitale
bedieningsmodule)
Opm. Na het uitvoeren van deze instelling kan er geen
De frequentieregelaar stopt volgens de instelling in n04 voor
de selectie van de interruptiemode met de noodstopingang
INgeschakeld.
n04 op 0 gezet: Remt af tot stilstand bij in n19 ingestelde
deceleratietijd 2. n04 op 1 gezet: Loopt vrij tot stilstand.
Opm. NO:
Opm. Fout: Foutuitgang is AAN (ON) en reset deze met
Opm. "STP" verschijnt in het display (brandt met foutingang
Up-/down-commando (alleen ingesteld in n39)
Door n39 op 34 te zetten wordt de ingestelde waarde in n38
genegeerd en worden de volgende instellingen gedwongen
uitgevoerd.
S4: Up-commando
Opm. Het is niet mogelijk het up- of down-commando en
Opm. Zie voor nadere bijzonderheden omtrent de up-en
werkt
in
Beschrijving
mode
geselecteerd
bedieningsmodule.
Noodstop
NC: Noodstop met het contact geopend.
RESET-ingang. Alarmuitgang is AAN (ON) (geen
reset vereist).
AAN en knippert met alarmingang AAN)
S5: Down-commando
getrapte-snelheidreferenties 1 t/m 3 tegelijk samen in
te stellen.
down-commmandofuncties 6-7-7 Geheugen voor
frequentie van UP-/DOWN-commando (n62).
tweedraadsfasevolgorde
Voorwaarts/stop (Voorwaarts draairichting met de voorwaarts-schakelaar
gesloten en de achterwaarts-schakelaar geopend)
Achterwaarts/stop (Achterwaartse draairichting met de achterwaarts-
schakelaar gesloten en de voorwaarts-schakelaar geopend)
Volgorde ingang common
Hoofdstuk 5
worden
met
met
het
contact
door
een
de
digitale
gesloten.
multifunctie-
: 2 tot 5
5-21