Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omron SYSDRIVE 3G3JV Gebruikershandleiding pagina 162

Frequentieregelaars
Inhoudsopgave

Advertenties

Overzicht parameters
Para-
Benaming
meter-
nr.
n20
S-vormige
acceleratie-
/deceleratie-
karakteristiek
n21
Frequentie-
referentie 1
n22
Frequentie-
referentie 2
n23
Frequentie-
referentie 3
n24
Frequentie-
referentie 4
n25
Frequentie-
referentie 5
n26
Frequentie-
referentie 6
n27
Frequentie-
referentie 7
n28
Frequentie-
referentie 8
n29
Jog-frequentie-
commando
n30
Bovengrens van de
frequentie-referentie
n31
Ondergrens van de
frequentie-referentie
9-4
Beschrijving
Dient om S-vormige acceleratie-
/deceleratiekarakteristieken in te stellen.
0: Geen S-vormige acceleratie/deceleratie
(trapezoïdale acceleratie/deceleratie)
1: Tijd van de S-vormige acceleratie-
/deceleratiekarakteristiek 0,2 s
2: Tijd van de S-vormige acceleratie-
/deceleratiekarakteristiek 0,5 s
3: Tijd van de S-vormige acceleratie-
/deceleratiekarakteristiek 1,0 s
Opm. Wanneer de tijd van de S-vormige
acceleratie-/deceleratie-karakteristiek
wordt ingesteld, zal de acceleratie- en
deceleratietijd verlengd worden
volgens de S-vorm aan het begin en
eind van de acceleratie/deceleratie.
Dient om interne frequentiereferenties in te
stellen.
Opm. Frequentiereferentie 1 wordt
geactiveerd in afstandsmode met n03
voor frequentiereferentie-selectie op 1
gezet.
Opm. Deze frequentiereferenties worden
geselecteerd met getrapte-
snelheidreferenties (multifunctie-
ingang). Zie de referentiepagina's
(kolom "zie pagina") voor het verband
tussen getrapte-snelheidreferenties en
frequentiereferenties.
Dient om het jog-frequentiecommando in te
stellen.
Opm. Het jog-frequentiecommando wordt
geselecteerd met het inching-
commando (multifunctie-ingang). Het
jog-frequentiecommando heeft
voorrang op de getrapte-
snelheidreferentie)
Dient om de bovengrens en ondergrens van
de frequentiereferentie in te stellen als
percentage gebaseerd op de maximale
frequentie als 100%.
Opm. Indien n31 wordt ingesteld op een
waarde die kleiner is dan de minimale
uitgangsfrequentie (n14), zal de
frequentieregelaar niet over
uitgangsvermogen beschikken
wanneer een frequentiereferentie die
kleiner is dan de minimale
uitgangsfrequentie-ingang wordt
ingevoerd.
Instel-
Eenheid
Stan-
bereik
van de
daard-
instel-
instel-
ling
ling
0 tot 3
1
0
0,0 tot
0,1 Hz
6,0
max.
(zie
fre-
opm.)
0,0
quentie
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
6,0
0 tot
1%
100
110
0 tot
1%
0
110
Hoofdstuk 9
Wijzigt
Zie
tijdens
pagina
bedrijf
Nee
5-16
Ja
5-11
Ja
5-11
Ja
5-11
Ja
5-11
Ja
5-11
Ja
5-11
Ja
5-11
Ja
5-11
Ja
5-12
Nee
5-9
Nee
5-9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave