Basisbedrijf
5-5-3 Aanpassen van de analoge ingang
Er kunnen aanpassingen aan de ingangskarakteristieken nodig zijn ten
behoeve van de invoer van analoge frequentiereferenties. Gebruik in dat
geval de volgende parameters voor versterking (gain), voorspanning (bias),
en aanpassingen aan de filtertijdparameter.
!
Aanpassingen aan de FR-klemmen voor de frequentie-
referentie-ingang
•
Instelling van de versterking (gain) en de voorspanning (bias)
(n41 en n42)
•Stel de ingangskarakteristieken van analoge frequentiereferenties in in n41 (voor
de frequentiereferentie-versterking) en n42 (voor de frequentiereferentie-
voorspanning).
• Stel de frequentie van de maximale analoge ingang (10 V of 20 mA) in in n41 als
percentage gebaseerd op de maximale frequentie als 100%.
• Stel de frequentie van de minimale analoge ingang (0 V, 0 mA of 4 mA) in in n42 als
percentage gebaseerd op de maximale frequentie als 100%.
Frequentiereferentie-versterking (gain)
n41
Instel-
0% tot 255%
bereik
(Max. frequentie = 100%)
n42
Frequentiereferentie-voorspanning (bias)
Instel-
-99% tot 99%
bereik
(Max. frequentie = 100%)
•
Filtertijd van analoge frequentiereferentie (n43)
• Het digitale filter met een naijling van de 1e orde kan ingesteld worden ten behoeve van
de invoer van analoge frequentiereferenties.
• Deze instelling is ideaal indien het analoge ingangssignaal snel verandert of het signaal
onderhevig is aan storingen door ruis.
• Hoe groter de instelwaarde is, des te langzamer zal de responsiesnelheid zijn.
Filtertijd van de analoge frequentiereferentie
n43
Instel-
0,00 tot 2,00 (s)
bereik
5-10
Eenheid van
de instelling
Eenheid van
de instelling
Eenheid van
0,01 s
de instelling
Wijzigt tijdens
bedrijf
Standaard-
1%
instelling
Wijzigt tijdens
bedrijf
Standaard-
1%
instelling
Wijzigt tijdens
bedrijf
Standaard-
instelling
Hoofdstuk 5
Ja
100
Ja
0
Nee
0,10