Inhoudsopgave
Advertenties
Gereedmaken voor bedrijf en controle
3-2
Korte beschrijving van de bediening
!
Selecteren van indicatoren
Telkens als er op de mode-toets wordt gedrukt, gaat er een indicator aan. Dit
gebeurt in een bepaalde volgorde beginnend bij de FREF-indicator. Het data
display geeft het item aan dat correspondeert met de geselecteerde indicator.
De FOUT- of IOUT-indicator zal gaan branden door de frequentieregelaar
weer aan te zetten indien de frequentieregelaar wordt uitgezet terwijl de
FOUT- of IOUT-indicator aan is. De FREF-indicator zal gaan branden door de
frequentieregelaar weer aan te zetten indien de frequentieregelaar wordt
uitgezet terwijl een andere dan de FOUT- of IOUT-indicator aan is.
Stroom AAN
3-4
FREF (Frequentiereferentie)
Voor controle en instelling van de frequentiereferentie
FOUT (Uitgangsfrequentie)
Voor controle van de uitgangsfrequentie.
Opm.
Deze indicator zal gaan branden door de frequentieregelaar
weer aan te zetten indien de frequentieregelaar wordt uitgezet
terwijl deze indicator aan is.
IOUT (Uitgangsstroom)
Voor controle van de uitgangsstroom
Opm.
Deze indicator zal gaan branden door de
zetten indien de frequentieregelaar wordt uitgezet terwijl deze
indicator aan is.
MNTR (Multifunctie-monitor)
Voor uitlezen van de U01 t/m U10 parameters.
F/R (Draairichting )voorwaarts/achterwaarts)
Voor het selecteren van de draairichting
(
LO/RE
Lokale bediening/Afstandsbediening
Voor het selecteren van de bediening van de frequentieregelaar
via de digitale bedieningsmodule of overeenkomstig de parameters.
PRGM (Parameterinstelling)
Voor het controleren en instellen van de in n01 t/m n79 ingestelde
waarden.
De FREF-indicator brandt weer.
Hoofdstuk 3
frequentieregelaar
)
Advertenties
Inhoudsopgave
