Overzicht
Weergave
1-6
Naam
PRGM-indicator
Mode-toets
Omhoog-toets
Omlaag-toets
Enter-toets
RUN-toets
STOP/RESET-toets
De parameters in n01 t/m n79 kunnen ingesteld of
gecontroleerd worden terwijl deze indicator aan is.
Opm. Wanneer de frequentieregelaar in bedrijf is,
kunnen de parameters alleen gecontroleerd
worden en kunnen alleen bepaalde
parameters gewijzigd worden. Elke RUN-
commando-invoer wordt genegeerd terwijl
deze indicator aan is.
Met deze toets worden de indicatoren voor het
instellen en controleren in volgorde geschakeld.
De parameter die ingesteld wordt, zal geannuleerd
worden als op deze toets wordt gedrukt voordat de
instelling ingevoerd is.
Met deze toets worden multifunctie-monitornummers,
-parameternummers en -parameterinstelwaarden
verhoogd.
Met deze toets worden multifunctie-monitornummers,
-parameternummers en -parameterinstelwaarden
verlaagd.
Met deze toets worden multifunctie-monitornummers,
-parameternummers en interne gegevenswaarden
ingevoerd nadat die zijn ingesteld of gewijzigd.
Met deze toets wordt de frequentieregelaar in bedrijf
gesteld wanneer de 3G3JV bediend wordt via de
digitale bedieningsmodule.
Deze toets dient om de frequentieregelaar te stoppen
tenzij parameter n06 is ingesteld om de STOP-toets
te deactiveren.
Hoofdstuk 1
Functie