Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerd bedrijf
6-7
Overige functies
In de volgende beschrijving wordt informatie gegeven over de overige functies
en parameterinstellingen van de frequentieregelaar.
6-7-1 Motorbeveiligingskarakteristieken (n33 en n34)
• Deze parameterinstelling dient voor de detectie van overbelasting van de motor (OL1).
Selectie van
n33
motorbeveiligingskarakteristieken
Instelbereik
0 tot 2
Instelwaarden
Waarde
0
Beveiligingskarakteristieken voor universele inductiemotoren
1
Beveiligingskarakteristieken voor motoren speciaal bedoeld voor
frequentieregelaars
2
Geen beveiliging
• Deze parameter dient voor het instellen van de elektro-thermische karakteristieken van de
aan te sluiten motor.
• Stel de parameter in overeenstemming met de motor in.
• Indien er één frequentieregelaar wordt aangesloten op meerdere motoren, zet de
parameter dan op 2 voor 'geen beveiliging'. De parameter wordt ook gedeactiveerd door
n32 voor de nominale motorstroom in te stellen op 0,0. Neem, om er zeker van te zijn dat
elke motor wordt beveiligd tegen overbelasting, geëigende maatregelen, zoals het
installeren van een thermisch relais.
Motorbeveiligingstijd
n34
Instelbereik
1 tot 60 (min.)
6-14
Eenheid
1
van de
instelling
Beschrijving
Eenheid
1 min.
van de
instelling
Hoofdstuk 6
Wijzigt tijdens
bedrijf
Standaard-
instelling
Wijzigt tijdens
bedrijf
Standaard-
instelling
Nee
0
Nee
8
Advertenties
Inhoudsopgave
