Overzicht parameters
Para-
Benaming
meter-
nr.
n06
Selectie van de
STOP/RESET-
toetsfunctie
n07
Frequentie-selectie
in lokale mode
n08
Toetsvolgorde-
frequentie-instelling
n09
Maximale frequentie
(FMAX)
n10
Maximale spanning
(VMAX)
n11
Maximale
spannings-
frequentie (FA)
n12
Middelste uitgangs-
frequentie (FB)
n13
Middelste
uitgangsfrequen-
tiespanning (VC)
n14
Minimale
uitgangsfrequen-tie
(FMIN)
n15
Minimale
uitgangsfrequen-
tiespanning (VMIN)
n16
Acceleratietijd 1
n17
Deceleratietijd 1
n18
Acceleratietijd 2
n19
Deceleratietijd 2
Beschrijving
Dient om de stopmethode in afstandsmode te
selecteren met n02 voor de selectie van de
bedieningsmode op 1 gezet.
0: STOP/RESET-toets van de digitale
bedieningsmodule geactiveerd.
1: STOP/RESET-toets van de digitale
bedieningsmodule gedeactiveerd.
Dient om de ingangsmethode voor de
frequentiereferentie in lokale mode in te
stellen.
0: De FREQ-regelknop van de digitale
bedieningsmodule geactiveerd.
1: Toetsvolgordes op de digitale
bedieningsmodule geactiveerd.
Dient om de Enter-toets voor het instellen van
de frequentiereferentie met de omhoog- en
omlaag-toets te activeren.
0: De waarde wordt ingevoerd met de Enter-
toets ingedrukt.
1: De waarde wordt geactiveerd wanneer de
waarde wordt ingevoerd.
Dient om het V/f-patroon in te stellen als de
basiskarakteristiek van de frequentieregelaar
met de uitgangsspanning per frequentie
ingesteld.
Uitgangs-
spanning
Opm.
Stel de parameters zo in dat aan
de volgende voorwaarde wordt
voldaan.
n12 < n11
N14
•
•
Opm.
De in n15 ingestelde waarde zal
worden genegeerd als parameters
n14
en
n12
dezelfde
hebben.
Acceleratietijd: De tijd die nodig is om van 0%
naar 100% van de maximale frequentie te
gaan.
Deceleratietijd: De tijd die nodig is om van
100% naar 0% van de maximale frequentie te
gaan.
Opm. De werkelijke acceleratie- of
deceleratietijd wordt verkregen via de
volgende formule.
Acceleratie-/deceleratietijd =
(instelwaarde acceleratie-
/deceleratietijd) × (waarde
frequentiereferentie) ÷ (Max.
frequentie)
Instel-
bereik
0, 1
0, 1
0, 1
50,0 tot
400
1 tot
255
0,2 tot
400
0,1 tot
399
Frequentie
(Hz)
1 tot
255
0,1 tot
10,0
n09
1 tot 50
waarde
0,0 tot
999
Hoofdstuk 9
Eenheid
Stan-
Wijzigt
van de
daard-
tijdens
instel-
instel-
bedrijf
ling
ling
1
0
Nee
1
0
Nee
1
0
Nee
0,1 Hz
60,0
Nee
(zie
opm.)
1 V
200
Nee
0,1 Hz
60,0
Nee
(zie
opm.)
0,1 Hz
1,5
Nee
(zie
opm.)
1 V
12
Nee
0,1 Hz
1,5
Nee
1 V
12,0
Nee
0,1 s
10,0
Ja
10,0
Ja
10,0
Ja
10,0
Ja
Zie
pagina
5-7
5-9
5-14
5-4
5-4
5-4
5-4
5-4
5-4
5-4
5-15
5-15
5-15
5-15
9-3