Inhoudsopgave
Advertenties
Proefdraaien
!
Voorwaarts/achterwaarts laten draaien met de digitale
bedieningsmodule
Toets-
Indicator
volgorde
• Controleer, na het wijzigen van de frequentiereferentie of de draairichting, of de motor
geen trillingen of abnormale geluiden produceert.
• Controleer of er geen storingen zijn opgetreden in de frequentieregelaar tijdens bedrijf.
!
Stoppen van de motor
• Druk, bij voltooiing van het laten draaien van de motor in de nullasttoestand in de
voorwaartse of achterwaartse richting, op de STOP/RESET-toets. De motor zal stoppen.
6
Bedrijf bij werkelijke belasting
• Koppel, na het controleren van de werking van de motor in de nullaststatus, het
mechanische systeem aan de motor en laat de motor draaien met een werkelijke
belasting.
Opm.
Controleer voor het bedienen van de digitale bedieningsmodule eerst of de FREQ-
regelknop op MIN staat.
Voorbeeld
weergave
Druk op de mode-toets om de FREF-indicator aan te
zetten.
Voor controle van de frequentiereferentie.
Druk op de RUN-toets. De RUN-indicator gaat nu
branden.
Draai de FREQ-regelknop langzaam met de wijzers van
de klok mee.
De gecontroleerde frequentiereferentie zal worden
weergegeven.
De motor zal in de voorwaartse richting gaan lopen
volgens de frequentiereferentie.
Druk op de MODE-toets om de F/R-indicator aan te
zetten.
"For" wordt nu weergegeven.
Wijzig de draairichting van de motor(en) met behulp van
de omhoog- of omlaag-toets. De geselecteerde
draairichting van de motor(en) zal geactiveerd worden
zodra het display verandert nadat er op de toets is
gedrukt.
Hoofdstuk 4
Toelichting
4-9
Advertenties
Inhoudsopgave
