SLECHTE WERKING
De ventilatie wordt niet geactiveerd,
ook al is koud of warm water
aanwezig in het watercircuit.
Het apparaat lekt water tijdens het
verwarmen.
Op het voorpaneel ontstaat condens.
O p d e l u c h t u i t t r e d e f l a p z i j n
waterdruppels aanwezig.
Uitsluitend tijdens het koelen lekt het
apparaat water.
Het apparaat maakt te veel geluid.
OORZAAK
- De waterklep blijft gesloten
- De ventilatormotor is geblokkeerd
of doorgebrand.
- De elektrische aansluitingen zijn
verkeerd.
- De wateraansluiting van de
installatie lekt.
- De kleppen lekken.
- De thermostaatklep in de groep
die als verbinding fungeert
t u s s e n h e t p a n e e l e n d e
warmtewisselaar, onderbreekt
de stroming naar de muur niet.
- Thermisch isolatiemateriaal
losgeraakt.
- B i j e e n h o g e r e l a t i e v e
luchtvochtigheid (>60%) kan
condens ontstaan, met name bij
lage ventilatiesnelheden.
- Het condensopvangreservoir is
verstopt.
- De condensafvoer heeft niet de
benodigde hellingsgraad om de
juiste afvoer te waarborgen.
- De leidingen en de kleppen zijn
niet goed geïsoleerd.
- De ventilator raakt de structuur.
- De ventilator is uit balans geraakt.
OPLOSSING
- Demonteer het klephuis en
controleer of de circulatie van
het water wordt hersteld.
- Controleer de werking van klep
door deze apart te voeden
met 220 V. De elektronische
controle zou de oorzaak van het
probleem kunnen zijn als de klep
geactiveerd wordt.
- Controleer de wikkelingen van
de motor en of de ventilator vrijuit
kan draaien.
- C o n t r o l e e r d e e l e k t r i s c h e
aansluitingen.
- Controleer de lek en draai de
aansluitingen stevig vast.
- Controleer de staat van de
pakkingen.
- Vervang de aansluiting met de
thermostaatklep in de bovenste
waterintredegroep.
- Controleer of het akoestische
en thermische isolatiemateriaal
c o r r e c t i s a a n g e b r a c h t .
Controleer met name het isolatie
aan de voorkant, boven de
warmtewisselaar met ribben.
- Het fenomeen verdwijnt zodra de
relatieve vochtigheid afneemt.
In ieder geval is er geen sprake
van een storing als een enkele
druppel water in het apparaat
valt.
- Giet langzaam een fles water
leeg in het lage deel van de
warmtewisselaar om de afvoer te
controleren. Maak het reservoir
eventueel schoon en/of laat de
afvoerleiding meer hellen.
- Controleer de isolatie van de
leidingen.
- Laat de ventilator met de hand
draaien en controleer of deze niets
raakt.
- Een verkeerd uitgebalanceerde
ventilator veroorzaakt trillingen in
de machine. Vervang de ventilator.
Bi2 Air TR
NL - 29