2.8.b - Demontage stralingspaneel (alleen SLR) (afb.14)
a. Demonteer alle collectoren (26).
2.8.c - Demontage elektrisch schakelbord (afb.15)
a. Demonteer het elektrische schakelbord (26) door de betreffende schroeven los te draaien.
b. Monteer het elektrische schakelbord (26) opnieuw op de tegengestelde zijde van het apparaat met de
betreffende schroeven (26a).
c. Demonteer het condensopvangreservoir (7).
d. Hermonteer het aan de andere zijde met de specifieke bevestigingsschroeven (7a).
2.8.d - Demontage warmtewisselaar (afb.16-17)
a. Draai de vier schroeven (27a) los die de warmtewisselaar vastzetten;
b. Verwijder de warmtewisselaar (27);
c. Verwijder het verlengstuk (17) van het middelste reservoir (alleen voor de modellen SLR/SL 200-400-
600-800-1000);
d. Verwijder de dop (17a) van de condensafvoeropening aan de andere zijde;
e. Draai de schroef (27b) voor de bevestiging van het middelste condensopvangreservoir los. Breng
het reservoir aan de andere zijde aan zodat de aansluitopening voor het verlengstuk uit de structuur
steekt. Zet het reservoir vast met de eerder losgedraaide schroef (27b) (alleen voor de modellen SLR/
SL 200-400-600-800-1000);
f. Breng het verlengstuk (17) (voor de modellen SLR/SL 200-400-600-800-1000) weer aan en breng aan
de andere zijde de dop (17a) aan (voor de modellen SLR/SL 1100-1400-1600);
g. Open de voorgesneden zeskantige openingen in het isolatiemateriaal aan de rechterzijde en sluit de
zeskantige openingen aan de linkerzijde met isolatiemateriaal af;
h. Draai de warmtewisselaar (27) om zodat de aansluitingen aan de andere zijde zijn geplaatst en breng
hem weer in de machine aan;
i. Draai alle bevestigingsschroeven (27a) van de onderste warmtewisselaar vast.
Als de beschreven handelingen verricht zijn, kunnen de eerder gedemonteerde onderdelen terug-
geplaatst worden door de handelingen voor de demontage in omgekeerde volgorde uit te voeren.
2.9 - VULLEN VAN DE INSTALLATIE
Controleer tijdens het starten van de installatie of de afsluiter op de watergroep geopend is. Druk met de
specifieke dop op de stopper van de afsluiter om deze te openen als de elektrische voeding ontbreekt en de
thermische afsluiter eerder al gevoed werd.
2.10 - AFLATEN VAN LUCHT TIJDENS HET VULLEN VAN DE INSTALLATIE
a. Open alle (handbediende of automatische) afsluiters van de installatie;
b. Begin met het vullen door het waterkraantje voor het vullen van de installatie langzaam open te draaien;
c. Draai bij de modellen SL in verticale positie met een schroevendraaier aan het ontluchtingsventiel van
de bovenaan geplaatste warmtewisselaar (28) (afb.18)
Draai bij de modellen SLR met stralingspaneel met een schroevendraaier aan het ontluchtingsventiel aan
de zijkant van de warmtewisselaar en aan het handbediende ontluchtingsventiel van het stralingspaneel
(29) (afb.18-19).
d. Draai alle ontluchtingsventielen van het apparaat dicht zodra er water uit begint te stromen en blijf het
systeem vullen tot de nominale waarde van de installatie is bereikt.
De waterdichtheid van de pakkingen controleren.
Het wordt aanbevolen om deze handeling te herhalen nadat het apparaat een aantal uur heeft
gewerkt en om regelmatig de druk in de installatie te controleren.
NL - 12