26.5 Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele
HF-communicatieapparatuur en het hulpmiddel NEURO TRONIC
voor niet-levensondersteunende apparaten en systemen
Aanwijzingen voor het gebruik en verklaring van de fabrikant – aanbevolen veiligheidsafstanden tussen
draagbare en mobiele HF-communicatieapparatuur en het hulpmiddel NEURO TRONIC
Het hulpmiddel NEURO TRONIC is ontworpen voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin
HF-stooruitzending wordt bewaakt. De klant of de gebruiker van het hulpmiddel NEURO TRONIC kan eraan
bijdragen om elektromagnetische interferentie te vermijden door de minimumafstanden tussen draagbare
en mobiele HF-communicatieapparatuur (zenders) en het hulpmiddel NEURO TRONIC aan te houden, zoals
hieronder overeenkomstig het maximale vermogen van de communicatieapparatuur aangegeven.
Nominaal vermogen van
de zender [W]
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders waarvan het maximale nominale vermogen in de bovenstaande tabel niet is aangegeven, kan
de aanbevolen veiligheidsafstand d in meters (m) met behulp van de vergelijking in de desbetreffende kolom
worden bepaald, waarbij P staat voor het maximale nominale vermogen van de zender in watt (W) conform
de informatie van de zenderfabrikant.
Aanwijzing 1: het hogere frequentiebereik geldt tussen 80 MHz en 800 MHz.
Aanwijzing 2: deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle gevallen van toepassing. De propagatie van
elektromagnetische grootheden wordt door absorptie en reflectie door gebouwen,
voorwerpen en mensen beïnvloed.
Veiligheidsafstand [m] volgens zendfrequentie
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,2 √P
0,12
0,38
1,2
3,8
12
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2 √P
0,12
0,38
1,2
3,8
12
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,3 √P
0,23
0,73
2,3
7,3
23
39