26.4 Elektromagnetische immuniteit voor niet-levensondersteunende apparaten
en systemen
Aanwijzingen voor gebruik en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Het hulpmiddel NEURO TRONIC is ontworpen voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hier-
onder aangegeven. De klant of de gebruiker van het hulpmiddel NEURO TRONIC moet ervoor zorgen dat het
uitsluitend in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
leidinggebonden
HF-stooruitzending
conform IEC 61000-4-6
veldgebonden
HF-stooruitzending
conform IEC 61000-4-3
Aanwijzing 1: het hogere frequentiebereik geldt tussen 80 MHz en 800 MHz.
Aanwijzing 2: deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle gevallen van toepassing. De propagatie van
elektromagnetische grootheden wordt door absorptie en reflectie door gebouwen,
voorwerpen en mensen beïnvloed.
De veldsterkte van stationaire HF-zenders als basisstations van mobilofoons en mobiele terrestrische radio-
a
apparatuur, amateurradiostations, AM- en FM-radio- en televisiezenders kan van tevoren niet nauwkeurig
worden bepaald. Om de elektromagnetische omgeving ten gevolge van stationaire HF-zenders te bepalen, is
een onderzoek van de locatie aan te raden. Ligt de op de locatie van het hulpmiddel NEURO TRONIC bepaalde
veldsterkte boven de aangegeven mate van overeenstemming, dan moet het hulpmiddel NEURO TRONIC
worden geobserveerd voor wat betreft de normale werking bij het gebruik. Wanneer ongewone prestatie-
kenmerken worden vastgesteld, kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn, zoals een verandering van de
oriëntatie of locatie van het hulpmiddel NEURO TRONIC.
38
Testniveau
Mate van over-
IEC 60601
eenstemming
3 V
3 V
150 kHz tot
80 MHz
eff
80 MHz
6 V
6 V
in ISM-banden
den 150 kHz tot
eff
150 kHz tot 80 MHz
80 MHz
10 V/m 80 MHz tot
10 V/m 80 MHz
2,7 GHz
tot 2,7 GHz
80% AM 1 kHz
Aanwijzingen voor gebruik m.b.t. de
elektromagnetische omgeving
150 kHz tot
Draagbare en mobiele draadloze appa-
eff
ratuur moet op een veiligheidsafstand
van het hulpmiddel NEURO TRONIC
in ISM-ban-
eff
en de leidingen ervan worden gebruikt.
De aanbevolen veiligheidsafstand is
berekend aan de hand van de voor de
zendfrequentie geldende vergelijking.
Aanbevolen veiligheidsafstand:
d = 1,2 √P
d = 1,2 √P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,7 GHz
P duidt het nominale vermogen van
de zender in watt (W) aan conform
informatie van de zenderfabrikant en d
duidt de aanbevolen veiligheidsafstand
in meters (m) aan. De veldsterkte van
stationaire radiozenders moet na een
onderzoek op locatie
ties onder de mate van overeenstem-
ming liggen.
In de nabijheid van apparatuur die met
het volgende symbool is gekenmerkt,
kunnen zich storingen voordoen:
bij alle frequen-
a