11. Controle van de basisopbouw van de orthese
Let vóór de ingebruikname op een correcte opbouw van de orthese. Daarna kunt u met de
Expert-app verdere instellingen bij de orthese uitvoeren. Meer informatie over de correct
opbouw van de orthese vindt u in de online-tutorials Checking the Orthosis' Alignment –
Dynamically (zie QR-code, afb. 29) en Checking the Orthosis' Alignment – Statically (zie
QR-code, afb. 30) op de website van FIOR & GENTZ en op ons YouTube-kanaal.
Op de werkbank
Onafhankelijk van de plantairflexie is bij automatische systeemkniegewrichten een gerich-
te instelling van de dorsaalaanslag noodzakelijk voor een correcte werking van de orthese.
De dorsaalaanslag beïnvloedt het moment van ontgrendelen van het systeemkniegewricht
in mid stance. Bovendien zorgt deze ervoor dat op de orthese of het systeemkniegewricht
een extensiemoment wordt uitgeoefend dat voor het ontgrendelen noodzakelijk is.
Zet het voetgedeelte van de orthese vast in de schoen van de patiënt en zet de orthese
op de werkbank. De dorsaalaanslag van het systeemenkelgewricht moet daarbij zodanig
ingesteld zijn dat de loodlijn van het midden van de bovenbeenschaal loodrecht naar beneden ventraal vóór
het systeemenkelgewricht tussen enkeldraaipunt en afrollijn loopt.
Statisch bij de patiënt
Voor de controle van de correcte statische opbouw van de orthese moet de patiënt de orthese dragen en met
parallel t.o.v. elkaar staande voeten rechtop staan. Vanaf opzij bekeken moet de loodlijn van het zwaartepunt
van het lichaam loodrecht naar beneden ventraal vóór het systeemenkelgewricht tussen enkeldraaipunt en
afrollijn lopen. Het verloop van de loodlijn op kniehoogte blijkt uit de individuele uitgangspositie. Door het
dragen van de orthese ontstaan vervormingen van zachte delen. Deze vervormingen bewerkstelligen een
verplaatsing van de loodlijn naar voren. Houd hier rekening mee door een eventuele bijstelling van de dorsaal-
aanslag.
Als de dorsaalaanslag correct is ingesteld, ontstaat een hefboomwerking tussen voorvoet en onderbeen (acti-
vering van de hefboomwerking van de voorvoet). Dit brengt de patiënt in een stabiel evenwicht (hij is in staat
zichzelf in balans te houden) en produceert het noodzakelijke kniestrekkende moment.
Dynamisch bij de patiënt
Voor de controle van de correcte dynamische opbouw van de orthese moet de patiënt de orthese dragen en er
enkele stappen mee lopen. De dorsaalaanslag moet zodanig zijn ingesteld dat in terminal stance duidelijk te
zien is dat de hiel loskomt van de grond. Daarbij ontstaat een hefboomwerking tussen voorvoet en onderbeen.
Dit brengt de patiënt in een stabiel evenwicht en produceert het noodzakelijke kniestrekkende moment. Als de
hiel niet loskomt van de grond, moet u de bewegingsvrijheid van het systeemenkelgewricht in dorsaalextensie
verminderen.
Afb. 29
Afb. 30
17