13.3.4.5
Einstellung (Instelling) mid stance
Met deze menuoptie kunt u het moment van ontgrendelen van het systeemkniegewricht in mid stance fijn
instellen. Volg de instructies van de app.
Laat de patiënt het lopen met orthese met het veranderde ontgrendelingsmoment oefenen en verander de
instellingen indien gewenst opnieuw.
13.3.4.6
Einstellung (Instelling) terminal swing
Met deze menuoptie kunt u het moment van vergrendelen van het systeemkniegewricht in terminal swing fijn
instellen. Volg de instructies van de app.
Laat de patiënt het lopen met orthese met het veranderde vergrendelingsmoment oefenen en verander de
instellingen indien gewenst opnieuw.
13.3.4.7
Rotatieveiligheid
Hier hebt u de mogelijkheid om een gemakkelijker ontgrendelen bij rotatiebewegingen in te stellen. De
rotatieveiligheid is op 0 vooringesteld en geldt voor patiënten met een fysiologische rotatie. Bij patiënten
met onfysiologische rotatiebewegingen van het been naar binnen of naar buiten kunnen problemen optreden
bij het ontgrendelen. Daarom kunt u onder dit menupunt een gemakkelijker ontgrendelen instellen. Volg de
instructies van de app.
In situaties waarin een rotatiebeweging van het been het ontgrendelen van het systeemgewricht en zodoende
een harmonieus gangbeeld lastiger maakt, kan de rotatieveiligheid worden verlaagd. Win informatie in over
de situaties waar dit zinvol kan zijn en over de procedure en de voor de veiligheid relevante aspecten in de
Expert-app.
Informeer de patiënt over de veranderingen die het verlagen van de rotatieveiligheid met zich meebrengt. Laat
de patiënt op de achterkant van de gebruiksaanwijzing een schriftelijke verklaring ondertekenen dat hij deze
procedure en de daarmee gepaard gaande consequenties heeft begrepen.
Denk eraan dat het verlagen van de rotatieveiligheid ertoe kan leiden dat het systeemgewricht te
gemakkelijk ontgrendelt, waardoor vallen van de patiënt wordt bevorderd. Verlaag de rotatieveiligheid
alleen wanneer dit werkelijk noodzakelijk is en instrueer de patiënt dienovereenkomstig.
13.3.4.8
Bewegungsempfindlichkeit (Bewegingsgevoeligheid)
Met deze menuoptie kunt u de bewegingsgevoeligheid van de besturingseenheid voor een moduswissel
aanpassen om een moduswissel ook in beweging mogelijk te maken. Gewoonlijk wisselt de patiënt de modus
als hij stilstaat. Een moduswissel in beweging kan de veiligheid van de patiënt in gevaar brengen. Mocht de
patiënt de modus toch in beweging willen wisselen, volg dan de instructies van de app.
13.3.4.9
Erster Schritt (Eerste stap)
In dit menu kunt u de instelling voor de eerste stap wijzigen om het lopen gemakkelijker te maken. In de
basisinstelling is het herkennen van de eerste stap gedeactiveerd. Dit is de veiligste instelling, aangezien de
orthese pas in de tweede zwaaifase wordt ontgrendeld. Voor patiënten die zich zeer zeker voelen bij het lopen
met hun orthese, kan het herkennen van de eerste stap worden geactiveerd. In dit geval adviseren wij dat de
patiënt de eerste stap bij het lopen zet met het been zonder orthetische verzorging. De besturingseenheid
herkent bij de tweede stap de eerste zwaaifase van het verzorgde been en het systeemkniegewricht wordt
automatisch ontgrendeld. Dit maakt een fysiologisch gangbeeld mogelijk.
21