Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Resultaatmeldingen En Verdere Procedure Na De Bekabelingstest; Einstellungen (Instellingen); Kalibrieren (Kalibreren); Lautstärke (Volume) - FIOR & GENTZ NEURO TRONIC Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor NEURO TRONIC:
Inhoudsopgave

Advertenties

13.3.3.1

Resultaatmeldingen en verdere procedure na de bekabelingstest

De volgende resultaatmeldingen verschijnen in de app:
Resultaatmelding
ein Systemgelenk verbun-
den (een systeemgewricht
verbonden)
zwei Systemgelenke verbun-
den (twee systeemgewrich-
ten verbonden)
kein Systemgelenk verbun-
den (geen systeemgewricht
verbonden)
Kurzschluss (kortsluiting)
C91: Technischen Support
anrufen (Contact opnemen
met Technische Support)
13.3.4

Einstellungen (Instellingen)

Met deze menuoptie kunt u de volgende instellingen bij de orthese uitvoeren. Volg hiervoor de instructies van
de app.
13.3.4.1

Kalibrieren (Kalibreren)

Om ervoor te zorgen dat de bewegingssensoren in de besturingseenheid de positie van het onderbeen kunnen
registreren, moet u de orthese voor een eerste functiecontrole vóór het aanpassen kalibreren. Herhaal dan de
kalibreringsprocedure. Laat de patiënt de orthese bij het opnieuw kalibreren dragen. Volg de instructies van de
app.
13.3.4.2
Lautstärke (Volume)
In de geluidsinstellingen kunt u het volume van het geluidssignaal voor de signaalfunctie voor oefeningsdoel-
einden voor de patiënt instellen (zie hoofdstuk 13.2). Volg de instructies van de app.
13.3.4.3

Tonauswahl (Geluidsselectie)

In de geluidsinstellingen kunt u het geluid voor de signaalfunctie voor oefeningsdoeleinden voor de patiënt
selecteren (zie hoofdstuk 13.2). U kunt kiezen uit twee frequenties. Zo kunt u bij een bilaterale verzorging aan
elke besturingseenheid of orthese een eigen geluid toewijzen. Volg de instructies van de app.
13.3.4.4

Signalauswahl (Signaalselectie)

In de geluidsinstellingen kunt u het type geluidssignaal voor de signaalfunctie voor oefeningsdoeleinden voor
de patiënt selecteren (zie hoofdstuk 13.2). Signaaltype 1 is hierbij in de fabriek vooringesteld. Volg de instruc-
ties van de app.
20
Betekenis
De kabelverbinding van de besturing-
seenheid naar het systeemgewricht is
in orde.
De kabelverbindingen van de bestu-
ringseenheden naar beide systeemge-
wrichten zijn in orde.
De kabelverbinding van de besturing-
seenheid naar het systeemgewricht is
niet in orde.
Er is sprake van een kortsluiting in de
kabel van de besturingseenheid naar
het systeemgewricht.
Er is een apparaatinterne fout
opgetreden.
Verdere procedure
-
-
Controleer de kabelverbinding van
de besturingseenheid naar het
systeemgewricht.
Controleer de aansluitingen op
de besturingseenheid en op het
systeemgewricht.
Neem contact op met de Technische
Support.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave