Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo Stratos GIGA2.0-I Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 92

Verberg thumbnails Zie ook voor Stratos GIGA2.0-I:
Inhoudsopgave

Advertenties

nl
Optionele kabelbreukherkenning
Analoge ingang (AI2)
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Fig. 78: Optionele kabelbreukherkenning
Optionele kabelbreukherkenning
Analoge ingang (AI2)
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Grenswaarde
Fig. 79: Grenswaarde kabelbreuk
AAN/UIT door analoog signaal
Analoge ingang (AI2)
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Fig. 80: Aan/uit door analoog signaal
Grenswaarde voor AAN/UIT
Analoge ingang (AI2)
Grenswaarde UIT
Ingeschakeld
Grenswaarde AAN
Fig. 81: Grenswaarden voor AAN/UIT-bestu-
ring via analoge signalen
Min-signaal/waarde-toewijzing
Analoge ingang (AI2)
Signaalwaarde
Bijbehorende waarde
Fig. 82: Min-signaal/waarde-toewijzing
92
Wanneer „Uitgeschakeld" wordt geselecteerd, vindt er geen kabelbreukherkenning plaats.
Het gedrag van de analoge ingang vindt plaats volgens de drempelwaarden van de standaard
signaaltoewijzing.
De signaalsterkte onder
de ingestelde
grenswaarde wordt als
Wanneer „Ingeschakeld" wordt geselecteerd, vindt de kabelbreukherkenning alleen onder
kabelbreuk aangeduid.
een in te stellen grenswaarde.
Grenswaarde voor kabelbreuk door draaien van de bedieningsknop vastleggen en door druk-
ken bevestigen.
In de volgende stap wordt vastgelegd, of
De signaalsterkte onder
de ingestelde
grenswaarde wordt als
kabelbreuk aangeduid.
het analoge signaal alleen de gewenste waarde verandert
de pomp bovendien via het analoge signaal in- en uitgeschakeld wordt.
Een gewenste waardeverandering kan door analoge signalen worden uitgevoerd, zonder de
pomp door de signalen in- of uit te schakelen. In dit geval wordt „Uitgeschakeld" geselec-
teerd.
Is de functie „In/Uit door analoog signaal" ingeschakeld, moeten de grenswaarden voor het
In- en Uitschakelen worden vastgelegd.
Vervolgens gebeurt de MIN-signaal/waarde-toewijzing en de MAX-signaal/waarde-toewij-
zing.
Voor de overdracht van analoge signaalwaarden naar gewenste waarden wordt nu de over-
drachtsdrempel gedefinieerd. Hiertoe worden de minimale en maximale steunpunten van de
karakteristiek aangegeven en de daarbij behorende gewenste waarden aangevuld (MIN-sig-
Het analoge signaal
verandert de gewenste waarde
en
naal/waarde-toewijzing en MAX-signaal/waarde-toewijzing).
schakelt de pomp
via een grenswaarde IN
of UIT.
Het analoge signaal
verandert de gewenste waarde
en
schakelt de pomp
via een grenswaarde IN
of UIT.
De waarde voor het min-signaal beschrijft de onderste signaalwaarde van de overdrachtshel-
ling bij de bijbehorende waarde 0%. In dit voorbeeld ligt de onderste signaalwaarde bij 3 V.
Minimaal punt van de
gewenste waarde-karakteristiek
opvoerhoogte voor Δp-v
vastleggen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I/-D/-B • Ed.01/2024-08

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Stratos giga2.0-dStratos giga2.0-b

Inhoudsopgave