nl
32
VOORZICHTIG
Materiële schade door turbine- en generatorbedrijf!
Als er vloeistof in de stroomrichting of tegen de stroomrichting in door
de pomp stroomt, dan kan dit onherstelbare schade aan de aandrijving
veroorzaken.
Bouw aan de perszijde van elke pomp een terugslagklep in!
r ≈ 2,5 * (d-2s)
5 x DN
Fig. 11: Stabiliseringszone voor en achter de pomp
LET OP
Voorkom stromingscavitatie!
• Voorzie voor en achter de pomp in een stabiliseringszone in de vorm
van een rechte leiding. De lengte van deze stabiliseringszone moet
minimaal 5 keer de nominale diameter van de pompflens bedragen.
•
Monteer leidingen en pomp vrij van mechanische spanningen.
•
Bevestig de leidingen zo dat het gewicht van de leidingen niet door de pomp wordt ge-
dragen.
•
Voordat de leidingen worden aangesloten, moet de installatie worden gereinigd en ge-
spoeld.
•
De stroomrichting moet overeenkomen met de pijl op de pompflens.
•
De ontluchting van de pomp is optimaal gegarandeerd als het ontluchtingsventiel naar
boven is gericht (Fig. 8). Bij verticale motoras is elke oriëntering toegestaan. Zie ook het
hoofdstuk „Toegestane inbouwposities" [" 25].
•
Lekkages bij de klemringkoppeling (Fig. I, pos. 5/6) kunnen ontstaan door het transport
(bijv. plaatsing) en omgaan met de pomp (draaien van de aandrijving, aanbrengen van
isolatie). Door de klemringkoppeling een kwartslag door te draaien, wordt de lekkage
verholpen.
Als na het kwartslag draaien nog steeds sprake is van een lekkage, mag u niet verder
draaien, maar dient u de koppeling te vervangen.
Fig. 12: Klemringkoppeling een kwartslag doordraaien
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I/-D/-B • Ed.01/2024-08