15.4
Onderhoud
Vloeistofcorrectie
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Fig. 97: Vloeistofcorrectie
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I/-D/-B • Ed.01/2024-08
Nauwkeurigheid van de weergegeven en vastgelegde bedrijfsgegevens
Debiet:
Het debiet wordt met behulp van de aangesloten verschildruksensor bepaald.
De nauwkeurigheid van de debietgegevens ligt bij schoon water ca. +/- 5 % van het bedrijfs-
punt.
Als er een water-glycol-mengsel wordt gebruikt, ligt de nauwkeurigheid afhankelijk van de
mengverhouding in het bereik van +/-10 % – 50 %.
De nauwkeurigheid van de debietbepaling kan worden verbeterd door het invoeren van ter
plaatse bekende waarden voor viscositeit en dichtheid. De invoer vindt plaats via de medi-
umcorrectie.
Temperatuur:
Voor het vastleggen van de temperatuur moeten er altijd externe sensoren zoals de PT1000
worden aangesloten.
Het is niet mogelijk om hierbij de nauwkeurigheid aan te geven, omdat deze afhangt van de
volgende factoren:
•
Hoe en waar de temperatuursensoren op de leiding zijn geplaatst.
•
Voor welke nauwkeurigheidsklasse van de sensor is gekozen.
•
Lengte van de sensorkabel.
De nauwkeurigheid binnenin de Stratos GIGA2.0 ligt, afhankelijk van de temperatuurwaarde,
op maximaal +/-2 K
Warmte-/koudehoeveelheidsregistratie:
De gegevens over de warmte- en koudehoeveelheid worden afgeleid van de vastgelegde
temperaturen in de aanvoer en retour en van het debiet. De nauwkeurigheid van de warmte-
en koudehoeveelheid is afhankelijk van de nauwkeurigheid van de hierboven beschreven
vastlegging van debiet en temperatuur. Deze bedraagt bij schoon water ca. +/-10%. Bij wa-
ter-glycol-mengsels wijkt de nauwkeurigheid, afhankelijk van de mengverhouding, daar
echter aanzienlijk vanaf.
Selecteer in het menu
1.
„Onderhoud".
Hier worden functies weergegeven die gedeeltelijk ook in andere menu's voor het instellen
al zijn genoemd. Voor onderhoudsdoeleinden zijn de functies nog een keer in 1 menu sa-
mengevat:
•
Pomp-kick (zie ook het hoofdstuk „Apparaatinstellingen" [" 97])
•
Basisfuncties (instellingen voor regelbedrijf of handbediening, zie ook het hoofdstuk
„Instellingsmenu – Handbediening" [" 75])
•
Instelling HANDMATIG (zie ook het hoofdstuk „Instellingsmenu – Handbediening"
[" 75])
•
Acceleratietijden
–
De acceleratietijden bepalen de snelheid waarmee de pomp maximaal mag opstarten
en uitschakelen als de gewenste waarde verandert.
•
Vloeistofcorrectie
–
Om de bepaling van de doorstroming voor visceuze media (bijv. water/ethyleenglycol-
mengsels) te verbeteren, kan een mediumcorrectie worden ingevoerd. Als in het menu
Schakel de correctie van
visceuze
media
„Ingeschakeld" wordt geselecteerd, kunnen in het menupunt dat verschijnt de viscosi-
in om de
doorstromingsbepaling te
verbeteren.
teit en dichtheid van het medium worden ingevoerd. De waarden moeten ter plaatse
bekend zijn.
„Diagnose en meetwaarden"
nl
103